ECLI:NL:CBB:2008:BD1962
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- H.C. Cusell
- H.A.B. van Dorst Tatomir
- M. Munsterman
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit inzake kwaliteitsonderzoek boerderijmelk en aanwezigheid van antibiotica
In deze zaak hebben appellanten, A en B, beroep ingesteld tegen een besluit van het Productschap Zuivel, dat betrekking heeft op de uitslag van een kwaliteitsonderzoek van hun boerderijmelk. Het onderzoek, uitgevoerd door het Melkcontrolestation (MCS), had aangetoond dat er melkvreemde bacteriegroeiremmende stoffen, specifiek penicillinen en cefalosporinen, in de melk waren aangetroffen. Appellanten betwisten de juistheid van deze uitslag en stellen dat er geen antibioticaresten in hun melk aanwezig waren, aangezien het laatste gebruik van antibiotica op 26 oktober 2005 had plaatsgevonden en zij enkele uren voor de monsterneming melk uit de tank hadden gehaald voor de productie van yoghurt.
De procedure begon met een beroep dat op 26 september 2006 bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven werd ingediend. De appellanten hebben hun standpunt verder toegelicht met aanvullende stukken, maar het College oordeelde dat de door hen aangevoerde argumenten en bewijsstukken niet voldoende waren om te twijfelen aan de juistheid van de uitslag van het kwaliteitsonderzoek. Het College heeft vastgesteld dat de monsterneming, het transport en de verwerking van de uitslag volgens de geldende regels en procedures zijn uitgevoerd, zoals vastgelegd in de Zuivelverordening 2000 en 2003.
Het College concludeert dat er geen concrete aanwijzingen zijn die de juistheid van de uitslag in twijfel trekken. De argumenten van appellanten, waaronder de resultaten van hun eigen producten, werden als onvoldoende beschouwd. Het beroep van appellanten werd ongegrond verklaard, en het College zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan op 25 april 2008.