ECLI:NL:CBB:2009:BH9048
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.C. Cusell
- W.E. Doolaard
- E.J.M. Heijs
- Rechtspraak.nl
Overdracht van premierechten aan de nationale reserve en de toepassing van het evenredigheidsbeginsel
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 23 maart 2009 uitspraak gedaan in het geschil tussen appellant, een veehouder, en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Appellant had beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister, waarbij 25 van zijn 31 premierechten voor zoogkoeien aan de nationale reserve waren overgedragen. Appellant betoogde dat deze overdracht onrechtmatig en onevenredig was, omdat hij bereid was de terugvordering van de premie te accepteren, maar niet het vervallen van zijn premierechten. De Minister had op basis van de Europese regelgeving, specifiek Verordening (EG) nr. 2342/1999, gehandeld, die voorschrijft dat wanneer een producent in een jaar minder dan 90% van zijn rechten gebruikt, het niet gebruikte deel aan de nationale reserve moet worden overgedragen. Appellant had in 2002 31 premierechten aangevraagd, maar slechts 6 dieren voldeden aan de premievoorwaarden, waardoor de Minister de overige 25 rechten moest overdragen.
Het College oordeelde dat de Minister terecht had gehandeld en dat de belangenafweging die gemaakt moest worden, beperkt was door de wettelijke voorschriften. Appellants argument dat de overdracht een onevenredige sanctie was, werd verworpen, omdat de Minister geen bevoegdheid had om van de communautaire regelgeving af te wijken. Het College verklaarde het beroep ongegrond, waarmee de beslissing van de Minister werd bevestigd. De uitspraak benadrukt de strikte naleving van Europese regelgeving in het kader van landbouwpremies en de verantwoordelijkheden van producenten om op de hoogte te zijn van de geldende regels.