ECLI:NL:CBB:2009:BK5883
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag toeslagrechten op basis van GLB-inkomenssteun 2006
In deze zaak heeft appellante, een vennootschap onder firma, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarbij haar aanvraag voor uitbetaling van toeslagrechten voor het jaar 2007 op grond van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 werd afgewezen. De procedure begon met een brief van appellante op 21 november 2008, waarin zij bezwaar maakte tegen een eerder besluit van 24 oktober 2008. Dit besluit was genomen naar aanleiding van een bezwaar tegen een afwijzing van haar aanvraag voor bedrijfstoeslag 2007, die op 27 maart 2008 was afgewezen. De Minister had geoordeeld dat appellante per peildatum 15 mei 2007 geen toeslagrechten had, wat een voorwaarde is voor uitbetaling.
Tijdens de zitting op 25 september 2009 werd duidelijk dat appellante meende dat zij wel degelijk recht had op toeslagrechten, omdat zij op 27 april 2006 een aanvraag had ingediend. De Minister erkende dat er een aanvraag tot vaststelling van toeslagrechten was gedaan, maar stelde dat deze aanvraag nooit was ontvangen. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de Minister niet onzorgvuldig had gehandeld door de aanvraag tot uitbetaling te beoordelen voordat er een beslissing was genomen op de aanvraag tot vaststelling van de toeslagrechten. Het College benadrukte dat het niet vereist is dat de aanvraag tot vaststelling onherroepelijk is goedgekeurd voordat de aanvraag tot uitbetaling wordt behandeld.
Uiteindelijk concludeerde het College dat de afwijzing van de aanvraag tot uitbetaling van de toeslagrechten terecht was, omdat appellante op de peildatum geen toeslagrechten bezat. Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Munsterman, met mr. F.W. du Marchie Sarvaas als griffier, op 9 november 2009.