ECLI:NL:CBB:2011:BU1567
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- E.R. Eggeraat
- H.A.B. van Dorst-Tatomir
- M.M. Smorenburg
- Rechtspraak.nl
Vervallen procesbelang bij elkaar opvolgende tariefbeschikkingen
In deze zaak heeft Achmea Zorgkantoor N.V. beroep ingesteld tegen een besluit van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) van 20 februari 2009, waarbij de bezwaren van Achmea tegen de tariefbeschikking van 16 oktober 2007 voor Stichting Driezorg niet-ontvankelijk zijn verklaard. De procedure begon met een brief van Achmea op 3 april 2009, waarin zij haar beroep tegen de NZa-beslissing aankondigde. Achmea voerde aan dat zij een belang had bij de beoordeling van de rechtmatigheid van de tariefbeschikking, ondanks dat er inmiddels een nieuwe tariefbeschikking was genomen op 19 december 2007.
De NZa stelde dat Achmea geen belang meer had bij de behandeling van het bezwaar, omdat de eerdere tariefbeschikking was opgevolgd door een nieuwe, en dat de artikelen 6:18 en 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet van toepassing waren. Achmea betwistte dit en stelde dat de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen de eerdere tariefbeschikking moest blijven bestaan, ook al was er een nieuwe beslissing genomen. De NZa had echter geen bezwaarschrift van Achmea ontvangen dat gericht was tegen de nieuwe tariefbeschikking.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de NZa terecht het bezwaar van Achmea niet-ontvankelijk had verklaard. De uitspraak benadrukte dat een bezwaar niet kan worden behandeld als er geen actueel belang is, en dat de eerdere tariefbeschikking niet meer relevant was na de goedkeuring van de nieuwe tariefbeschikking. Het beroep van Achmea werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.