ECLI:NL:CBB:2012:BV2037
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.A. van der Ham
- E. Dijt
- H.C. Cusell
- Rechtspraak.nl
Intrekking van last onder dwangsom en niet-ontvankelijkheid beroep wegens ontbreken procesbelang
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 19 januari 2012 uitspraak gedaan in het geschil tussen A, appellant, en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, verweerder. De zaak betreft de intrekking van een last onder dwangsom die aan appellant was opgelegd wegens het verrichten van taxivervoer zonder vergunning. Bij besluit van 13 november 2009 had verweerder appellant opgedragen zich te onthouden van het verrichten van taxivervoer zonder vergunning, met een dwangsom van € 10.000,- per overtreding. Echter, bij besluit van 25 februari 2010 heeft verweerder het bezwaar van appellant gegrond verklaard en de last ingetrokken. Appellant heeft hiertegen beroep ingesteld, omdat hij ook de vermeende overtreding van de wet wilde aanvechten, wat van belang was voor een lopende strafrechtelijke procedure.
Tijdens de zitting op 8 december 2011 is appellant verschenen, maar verweerder was niet aanwezig. Het College heeft vervolgens de vraag beoordeeld of appellant nog procesbelang had bij de beoordeling van zijn beroep, nu de last onder dwangsom was ingetrokken. Appellant stelde dat het voor hem van belang was om te weten of hij de wet had overtreden, omdat dit invloed had op zijn strafrechtelijke situatie. Het College oordeelde echter dat de strafrechter onafhankelijk oordeelt en niet gebonden is aan het oordeel van de bestuursrechter. Hierdoor kon appellant met zijn beroep niet bereiken wat hij beoogde.
Het College concludeerde dat het procesbelang ontbrak en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de uitspraak werd openbaar uitgesproken.