ECLI:NL:CBB:2012:BV6133
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding voor in bewaring genomen dieren na bestuursdwang
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd op 2 februari 2012, staat de schadevergoeding centraal die aan appellant moet worden toegekend na bestuursdwang. Appellant, A, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, dat leidde tot de inbeslagname van zijn dieren. In een eerdere uitspraak van 27 juni 2011 had het College het beroep van appellant gegrond verklaard en het besluit van verweerder vernietigd. Het onderzoek werd heropend om de schadevergoeding te bepalen.
Appellant had zijn schade begroot op € 6.047,75, gebaseerd op de waarde van een rund en veertien schapen die in bewaring waren genomen. De waarde van de dieren werd betwist door verweerder, die stelde dat de dieren voor € 1.500,- waren verkocht. Het College oordeelde dat appellant geen objectieve bewijsstukken had overgelegd om zijn claim te onderbouwen. De taxatie door een beëdigd taxateur was lager dan het door verweerder aangeboden bedrag. Het College besloot uiteindelijk de schadevergoeding vast te stellen op € 1.500,-.
Daarnaast werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellant, die deze had opgevoerd in verband met het bijwonen van zittingen. De verletkosten werden vastgesteld op € 250,-. Het College wees andere door appellant opgevoerde kosten af, omdat deze niet voor vergoeding in aanmerking kwamen volgens het Besluit proceskosten bestuursrecht. De uitspraak eindigde met de beslissing om het meer en anders gevorderde af te wijzen.