ECLI:NL:CBB:2012:BV6133

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
2 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 09/1301S
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding voor in bewaring genomen dieren na bestuursdwang

In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gedateerd op 2 februari 2012, staat de schadevergoeding centraal die aan appellant moet worden toegekend na bestuursdwang. Appellant, A, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, dat leidde tot de inbeslagname van zijn dieren. In een eerdere uitspraak van 27 juni 2011 had het College het beroep van appellant gegrond verklaard en het besluit van verweerder vernietigd. Het onderzoek werd heropend om de schadevergoeding te bepalen.

Appellant had zijn schade begroot op € 6.047,75, gebaseerd op de waarde van een rund en veertien schapen die in bewaring waren genomen. De waarde van de dieren werd betwist door verweerder, die stelde dat de dieren voor € 1.500,- waren verkocht. Het College oordeelde dat appellant geen objectieve bewijsstukken had overgelegd om zijn claim te onderbouwen. De taxatie door een beëdigd taxateur was lager dan het door verweerder aangeboden bedrag. Het College besloot uiteindelijk de schadevergoeding vast te stellen op € 1.500,-.

Daarnaast werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellant, die deze had opgevoerd in verband met het bijwonen van zittingen. De verletkosten werden vastgesteld op € 250,-. Het College wees andere door appellant opgevoerde kosten af, omdat deze niet voor vergoeding in aanmerking kwamen volgens het Besluit proceskosten bestuursrecht. De uitspraak eindigde met de beslissing om het meer en anders gevorderde af te wijzen.

Uitspraak

College van Beroep voor het bedrijfsleven
AWB 09/1301S 2 februari 2012
11201 Gezondheids- en welzijnswet voor dieren
Bestuursdwang
Uitspraak in de zaak van:
A, te B, appellant,
tegen
de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (voorheen de Minister van Landbouw, Natuur & Voedselkwaliteit), verweerder,
gemachtigde: mr. J.H. Verheul - Verkaik, werkzaam bij verweerder.
1. Het procesverloop
Bij uitspraak van 27 juni 2011 (AWB 09/1301, www.rechtspraak.nl, LJN: BR5410) heeft het College het beroep van appellant tegen een besluit van verweerder van 27 augustus 2009 gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en het besluit van verweerder van 31 maart 2009 herroepen. Bij die uitspraak is voorts het onderzoek heropend ter voorbereiding van een nadere uitspraak over de omvang van de mogelijk aan appellant te vergoeden schade als gevolg van het besluit van 31 maart 2009.
Bij brief van 3 augustus 2011 heeft appellant het College bericht over de gemaakte kosten en de waarde van de in bewaring genomen dieren, waarbij hij zijn totale schade heeft begroot op € 6.047,75.
Bij brief van 15 september 2011 heeft verweerder hierop gereageerd.
Bij brief van 11 januari 2012 heeft appellant nadere stukken overgelegd.
Op 24 januari 2012 heeft het onderzoek ter zitting plaatsgehad, waarbij appellant en de gemachtigde van verweerder zijn verschenen.
2. De beoordeling van het geschil
2.1 Partijen zijn verdeeld over de vraag wat de waarde is van de in bewaring genomen dieren, een rund en veertien schapen. Appellant stelt in zijn brief van 3 augustus 2011 dat de dieren € 2875,- waard zijn. Door een beëdigd taxateur zijn de dieren op 20 februari 2009 – één dag nadat de dieren in bewaring zijn genomen – getaxeerd op € 1185,-. Verweerder heeft in zijn brief van 15 september 2011 te kennen gegeven dat de dieren voor € 1500,- zijn verkocht. Ter zitting heeft verweerder verklaard dat bedrag als schadevergoeding te willen betalen.
Het College overweegt dat appellant geen objectieve bewijsstukken heeft overgelegd ten aanzien van de door hem gestelde waarde van de dieren. Appellant heeft geen betalingsbewijs van zijn aankoop van de dieren overgelegd en de aankoopfactuur is door hemzelf opgesteld. Nu verweerder bereid is de verkoopprijs van de dieren als schadevergoeding aan appellant te willen betalen, en dit bedrag hoger is dan de taxatie van de beëdigd taxateur op 20 februari 2009, zal het College de schadevergoeding op € 1500,- bepalen.
2.2 Het College ziet aanleiding om verweerder te veroordelen in de proceskosten van appellant. Appellant heeft verletkosten opgevoerd voor het bijwonen van de zittingen op 21 februari 2011 en 24 januari 2012. Het College bepaalt de verletkosten in verband met het bijwonen van de zittingen en de heen- en terugreis op grond van artikel 1, onder d, van het Besluit proceskosten bestuursrecht op € 250,-.
De andere door appellant opgevoerde kosten, zoals porti, telefoonkosten, de kosten verbonden aan een strafzaak, het voorbereiden van de zittingen en de kosten van het inschakelen van niet-beroepsmatig verleende bijstand, komen op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht niet voor vergoeding in aanmerking.
3. De beslissing
Het College:
- veroordeelt verweerder tot vergoeding van de door appellant geleden schade tot een bedrag van € 1.500,- (zegge
vijftienhonderd euro);
- veroordeelt verweerder tot vergoeding van de proceskosten aan de zijde van appellant tot een bedrag van € 250,- (zegge
tweehonderdvijftig euro);
- wijst af het meer en anders gevorderde.
Aldus gewezen door mr. M.M. Smorenburg, mr. M. van Duuren en mr. E. Dijt, in tegenwoordigheid van mr. F.E. Mulder als griffier, en uitgesproken in het openbaar op 2 februari 2012.
w.g. M.M. Smorenburg w.g. F.E. Mulder