ECLI:NL:CBB:2012:BW0403
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van een last onder dwangsom opgelegd aan een dierenhouder
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 22 maart 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen A B.V. en de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. A B.V. had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris, waarbij een last onder dwangsom was opgelegd wegens overtredingen van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en het Varkensbesluit. De last onder dwangsom was opgelegd op 12 oktober 2009, met de eis dat A B.V. voor 7 november 2009 de nodige maatregelen zou treffen. Het bestreden besluit, dat het bezwaar van A B.V. ongegrond verklaarde, werd op 28 januari 2010 genomen.
Tijdens de hoorzitting in de bezwaarfase was er discussie over de aanwezigheid van een ambtenaar die betrokken was bij het opstellen van het primaire besluit. A B.V. betoogde dat deze ambtenaar niet aanwezig had mogen zijn, en dat de hoorzitting niet conform artikel 7:5 van de Algemene wet bestuursrecht was verlopen. Het College oordeelde echter dat de hoorzitting op een correcte wijze was uitgevoerd en dat de betrokkenheid van de ambtenaar niet in strijd was met de wet.
Het College concludeerde dat de hoorzitting niet op een zodanige wijze was beïnvloed dat dit gevolgen had voor de inhoud van het bestreden besluit. De kernpunten van het bezwaar waren besproken en het College oordeelde dat het bestreden besluit met de vereiste zorgvuldigheid tot stand was gekomen. Uiteindelijk werd het beroep van A B.V. ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.