ECLI:NL:CBB:2013:50

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
2 juli 2013
Publicatiedatum
11 juli 2013
Zaaknummer
AWB 10/1050
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit Autoriteit Consument en Markt inzake regulering elektriciteitsnetbeheerders

In deze zaak heeft N.V. Rendo (hierna: Rendo) beroep ingesteld tegen een besluit van de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) van 26 augustus 2010. Dit besluit betrof de vaststelling van de regulering voor de regionale netbeheerders elektriciteit voor de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2013. Rendo betwistte de methoden die ACM had vastgesteld voor de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering (de x-factor), de kwaliteitsterm (de q-factor) en het rekenvolume van de tariefdragers. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft eerder, op 16 december 2011, ACM opgedragen om een gebrek in het methodebesluit te herstellen. ACM heeft hierop gereageerd met een herstelbesluit op 5 juni 2012.

De zitting vond plaats op 23 april 2013, waar Rendo, ACM en de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW) zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Stedin Netbeheer B.V. en de Vereniging FME-CWM waren niet verschenen. Tijdens de zitting heeft Rendo erkend dat het herstelbesluit volledig tegemoetkomt aan haar beroep, waardoor er geen procesbelang meer resteert voor een afzonderlijke beoordeling van het methodebesluit.

Het College heeft geoordeeld dat het beroep van Rendo niet-ontvankelijk is, omdat het herstelbesluit aan de bezwaren van Rendo tegemoetkomt. Tevens heeft het College bepaald dat ACM het door Rendo betaalde griffierecht van € 298,- moet vergoeden en dat ACM in de proceskosten moet worden veroordeeld tot een bedrag van € 2.832,-. Deze kosten zijn vastgesteld op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij rekening is gehouden met de verleende rechtsbijstand.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

Zaaknummer: 10/1050
18050

Uitspraak van de meervoudige kamer van 2 juli 2013 in de zaak tussen

N.V. Rendo (Rendo), te Meppel, appellante

(gemachtigden: mr. M. de Rijke en drs. P.C. Pittau),
en
de
Autoriteit Consument en Markt(voorheen de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, ACM), verweerster
(gemachtigde: mr. E.C. Pietermaat).
Als derde-partijen hebben aan het geding deelgenomen:
1.
Stedin Netbeheer B.V.(Stedin), te Rotterdam
(gemachtigde: mr. drs. M.G.A.M. Custers),
2.
Vereniging FME-CWM(FME), te Zoetermeer
(gemachtigde: mr. Th.A.G. Vermeulen),
3.
Vereniging voor Energie, Milieu en Water(VEMW), te Woerden
(gemachtigden mr. M.R. het Lam en mr. M.L. Pigmans).

Procesverloop

Rendo heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 26 augustus 2010, waarbij ACM voor de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2013 (de vijfde reguleringsperiode) voor de regionale netbeheerders elektriciteit heeft vastgesteld: de methode tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering (de x-factor), de methode tot vaststelling van de kwaliteitsterm (de q-factor) en de methode tot vaststelling van het rekenvolume van elke tariefdrager van elke dienst waarvoor een tarief wordt vastgesteld (methodebesluit). Bij tussenuitspraak van 16 december 2011 (LJN BU7936) heeft het College ACM opgedragen om een gebrek te herstellen in het methodebesluit.
Ter voldoening aan deze opdracht heeft ACM bij besluit van 5 juni 2012 (het herstelbesluit) het methodebesluit gewijzigd vastgesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 april 2013. Rendo, ACM en VEMW hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Stedin en FME zijn, met voorafgaand bericht, niet verschenen.

Overwegingen

1.1. Het herstelbesluit is een besluit als bedoeld in artikel 6:18 (oud) van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Ingevolge artikel 6:19, eerste lid, (oud) van de Awb wordt het beroep geacht mede te zijn gericht tegen een dergelijk besluit, tenzij dat besluit aan het beroep geheel tegemoet komt.
1.2. Rendo heeft ter zitting uitdrukkelijk erkend dat het herstelbesluit volledig aan haar beroep tegemoet komt. Haar beroep richt zich zodoende niet tegen dat besluit.
2.
Verder heeft Rendo desgevraagd ter zitting verklaard dat zij geen belang (meer) heeft bij een afzonderlijke beoordeling van het methodebesluit indien het herstelbesluit in stand blijft. Aan die voorwaarde is, zoals blijkt uit de uitspraken van het College van vandaag in de zaken 12/718, 12/738 en 12/739, voldaan. Dat betekent dat voor Rendo geen procesbelang resteert.
3.
Het beroep is om die reden niet-ontvankelijk.
4.
Het College ziet aanleiding te bepalen dat ACM aan Rendo het door haar betaalde griffierecht vergoedt, omdat zij met haar beroep het herstelbesluit heeft bewerkstelligd.
5.
Het College veroordeelt ACM in de door Rendo gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt het College op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 2.832,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 0,5 punt voor het verschijnen ter comparitie, twee maal 1 punt voor het verschijnen ter zitting en ter nadere zitting en 0,5 punt voor het indienen van een schriftelijke zienswijze na toepassing van een bestuurlijke lus met een waarde per punt van € 472,- en een wegingsfactor 1,5).

Beslissing

Het College:
  • verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
  • draagt ACM op het betaalde griffierecht van € 298,- aan Rendo te vergoeden;
  • veroordeelt ACM in de proceskosten tot een bedrag van € 2.832,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.M. Wolters, mr. R.C. Stam en mr. H.O. Kerkmeester, in aanwezigheid van mr. O.C. Bos, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
2 juli 2013.
w.g. C.M. Wolters w.g. O.C. Bos