In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 19 maart 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW) en de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Het geschil betreft de Aansluit- en transportvoorwaarden Gas-RNB en andere gerelateerde voorwaarden die door ACM zijn vastgesteld. VEMW heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van ACM van 9 september 2008, waarin ACM de gezamenlijke netbeheerders de tijd gaf om voorstellen in te dienen over technische voorwaarden. VEMW heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van ACM, dat op 29 februari 2012 werd genomen en dat een behandelplan bevatte. Na een tussenuitspraak op 28 oktober 2013, waarin ACM werd opgedragen om het bestreden besluit te voorzien van een deugdelijke motivering, heeft ACM op 20 december 2013 een aanvullende motivering gegeven. Het College heeft vervolgens het onderzoek gesloten op 5 februari 2014.
In de einduitspraak heeft het College geoordeeld dat ACM voldoende inzicht heeft gegeven in de besluitvormingsprocedure en de termijn waarbinnen de besluitvorming zal plaatsvinden. Het College heeft vastgesteld dat het besluit van ACM met betrekking tot onderwerp H van een deugdelijke motivering is voorzien. Het beroep van VEMW is gegrond verklaard voor zover het betrekking heeft op onderwerp H, en het bestreden besluit is vernietigd, met instandlating van de rechtsgevolgen. Daarnaast is ACM veroordeeld in de proceskosten van VEMW, vastgesteld op € 974,--, en moet ACM het betaalde griffierecht van € 310,-- aan VEMW vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechters.