Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
Uitspraak van de meervoudige kamer van 10 januari 2014 in de zaak tussen
Tulip Innovation B.V., te De Kwakel, appellante,
het Productschap Tuinbouw, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
9 mei 2007 bezwaar gemaakt. Bij brief van 31 oktober 2007 heeft de gemachtigde van appellante verweerder meegedeeld dat appellante haar heeft verzocht de behandeling van het bezwaar over te nemen en de gronden van het bezwaar ingediend.
17 oktober 2012 heeft verweerder nog aangevoerd dat op het moment dat de levering rechtsgeldig voltooid werd, door mededeling van de cessie aan de debiteur, in casu verweerder, bij brief van 30 mei 2005, Bulb Quest B.V. niet langer bevoegd was over de vorderingsrechten te beschikken. Uit een uittreksel van de Kamer van Koophandel blijkt dat op 23 februari 2005 is geregistreerd dat Bulb Quest B.V. is opgeheven. Zij is opgehouden te bestaan, omdat geen bekende baten meer aanwezig waren met ingang van 19 januari 2005. Nu Bulb Quest B.V. niet beschikkingsbevoegd was ten tijde van de levering, is de vordering niet rechtsgeldig overgedragen.
voor zoverdit tot vereffening van zijn vermogen nodig is. Het College heeft op grond van die bepaling in de uitspraak van 1 februari 2012, waarnaar appellante verwijst, geoordeeld dat de rechtspersoon in kwestie bevoegd was in rechte op te treden om de haar toekomende baten op te eisen. In dit geval ligt dat echter anders. Het overdragen van de vordering kan niet als een handeling worden gezien die nodig is voor vereffening van het vermogen van Bulb Quest B.V. Door de overdracht zou de restitutie-aanspraak immers tot het vermogen van appellante gaan behoren. Dat betekent dat de vordering niet is overgedragen, maar dat deze, voor zover dat kan worden beoordeeld op grond van de in deze zaak vaststaande feiten en omstandigheden, tot het vermogen van Bulb Quest B.V. is blijven behoren. Verweerder heeft de aanvraag van appellante om (uitbetaling van) de restitutie daarom terecht afgewezen.