In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 5 februari 2014, werd het beroep van Hans Geveling Bemmel B.V. tegen de niet-ontvankelijkverklaring van hun bezwaar door burgemeester en wethouders van Lingewaard gegrond verklaard. De zaak betreft de openstelling van een Albert Heijn-winkel op zondag. Verweerders hadden in een brief van 21 december 2011 aan Schepenkamp Beheer B.V. een ontheffing verleend voor zondagavondopenstelling, maar tegelijkertijd aangegeven dat de winkel op zon- en feestdagen gesloten moest zijn. Het bestreden besluit van 30 oktober 2012 verklaarde het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk, omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. Appellante stelde echter dat het besluit van 12 juli 2012, dat de ontheffing introk, niet op de juiste wijze was bekendgemaakt, waardoor de termijn voor het indienen van bezwaar niet was aangevangen.
Het College oordeelde dat de bekendmaking van het besluit van 12 juli 2011 niet correct was uitgevoerd, waardoor de termijn voor het indienen van bezwaar niet was verstreken. De eerdere uitspraak van 18 januari 2013, waarin werd vastgesteld dat de ontheffing nog geldig was, werd herhaald. Het College concludeerde dat de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar onterecht was en dat verweerders opnieuw op het bezwaar moesten beslissen. Tevens werden verweerders veroordeeld in de proceskosten van appellante, vastgesteld op € 487,--, en dienden zij het griffierecht van € 310,-- te vergoeden.