2.1De klacht, zoals weergegeven in de uitspraak van de accountantskamer, welke weergave door partijen niet wordt bestreden, houdt (samengevat) in dat [accountant AA]
a. vanaf augustus 2005 een ongewenste dubbelrol heeft gespeeld bij de splitsing van de zakelijke activiteiten van [klager] en [naam 1], door vanaf een gegeven moment op te treden ter advisering van zowel [klager] als de adviseur;
b. heeft verzuimd om ten aanzien van aanslagen IB en Vpb over 2004 tot en met 2007 met de belastingdienst te overleggen, voorlopige aanslagen op juiste bedragen te laten vaststellen en in bezwaar te gaan tegen ambtshalve opgelegde aanslagen;
c. in de periode van 2002 tot en met 2010 een te hoog bedrag, namelijk € 160.000,--, heeft gedeclareerd;
d. over onvoldoende kennis en ervaring beschikte om de splitsing van de zakelijke activiteiten van [klager] en [naam 1] te kunnen begeleiden;
e. in een brief van 8 juli 2008 heeft gepoogd [klager] de mogelijkheid tot het instellen van een tuchtrechtelijke klacht of een civielrechtelijke procedure te ontnemen;
f. zich na de aandelenoverdracht in een brief van 28 juli 2010 op het standpunt van [naam 1] heeft gesteld inzake een probleem over mutaties van liquide middelen.
De accountantskamer heeft de klacht met aanvulling ontvangen op 10 september 2012.