Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
Uitspraak op de hoger beroepen van:
de Staatssecretaris van Economische Zaken, (hierna: de staatssecretaris).
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
20 maart 2009 twee boetes opgelegd wegens overtreding van artikel 14 van de Meststoffenwet (Msw). Daaraan heeft de staatssecretaris ten grondslag gelegd dat op [bedrijfsnaam 1] artikel 14 van de Msw van toepassing is, omdat zij meststoffen verhandelt, nu zij immers volgens eigen opgave mest aanbiedt en aflevert aan gebruikers van meststoffen. De stelling van [bedrijfsnaam 1] dat zij in het verleden is vrijgesteld van de verplichting de afvoer van de bij haar aangevoerde mest te verantwoorden, omdat alleen aan particulieren wordt geleverd, heeft de staatssecretaris van de hand gewezen. Met de invoering van artikel 14 van de Msw moet [bedrijfsnaam 1] als verhandelaar van mest steeds de afvoer van de bij haar aangevoerde hoeveelheden mest verantwoorden, aldus de staatssecretaris. Deze verantwoording heeft betrekking op de hoeveelheden fosfaat in de meststoffen en op de afnemers van de meststoffen. Aan die verplichting heeft [bedrijfsnaam 1] in 2006 en 2007 niet voldaan.
De uitspraken van de rechtbank
De beoordeling van de geschillen in hoger beroep
bij primair besluit van 25 maart 2009 een boete van € 45.000,-- is opgelegd, evenmin slaagt. Het College zal de uitspraak van de rechtbank ten aanzien van [naam] op dit punt bevestigen.
[naam] in verband met beroepsmatig door een derde verleende rechtsbijstand. Deze kosten worden voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep als samenhangende zaken, in de zin van artikel 3 van het Besluit proceskosten bestuursrecht, vastgesteld op
€ 1.948,-- op basis van 4 punten - te weten in beroep: beroepschrift (1), verschijnen ter zitting (1), en in hoger beroep: beroepschrift (1), verschijnen ter zitting (1) - tegen een waarde van € 487,-- per punt, waarbij het gewicht van de zaak op 1 (gemiddeld) is bepaald.
Beslissing
- vernietigt de aangevallen uitspraak (AWB 10/1453 en AWB 10/1454) ten aanzien van [bedrijfsnaam 1];
- verklaart de beroepen van [bedrijfsnaam 1] tegen de besluiten van 23 maart 2010 gegrond en vernietigt deze besluiten;
- herroept de besluiten van 20 maart 2009 waarbij aan [bedrijfsnaam 1] bestuurlijke boetes zijn opgelegd;
- vernietigt de aangevallen uitspraak (AWB 10/1450) ten aanzien van [naam] voor zover deze ziet op het feitelijk leiding geven aan de overtredingen begaan door [bedrijfsnaam 1];
- verklaart het beroep van [naam] tegen het besluit van 23 maart 2010 in zoverre gegrond en vernietigt dit besluit in zoverre;
- herroept de besluiten van 20 maart 2009 waarbij aan [naam] bestuurlijke boetes zijn opgelegd;
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank ten aanzien van [naam] voor het overige;
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank (AWB 10/1442) ten aanzien van […] Handelsonderneming;
- veroordeelt de staatssecretaris in de door [bedrijfsnaam 1] en [naam] in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep gemaakte proceskosten tot een bedrag van € 1.948,--;
- gelast dat de staatsecretaris aan [bedrijfsnaam 1] het door haar voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van in totaal € 764,-- vergoedt;
- gelast dat de staatsecretaris aan [naam] het door haar voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van in totaal € 273,-- vergoedt.