Uitspraak
[appellant 2](hierna: [appellant 2]), beide te [plaats 1], appellanten van een uitspraak van de accountantskamer van 11 juni 2012, met nummer 11/2226 Wtra AK.
1.Het procesverloop in hoger beroep
18 juli 2012, hoger beroep ingesteld tegen bovenvermelde uitspraak van de accountantskamer, gegeven op de klacht, op 25 oktober 2011 door appellanten ingediend tegen [betrokkene] AA (hierna: betrokkene).
[appellant 2] is in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. [appellant 1] werd vertegenwoordigd door zowel haar gemachtigde als haar directeur [appellant 2]. Betrokkene is niet ter zitting verschenen.
2.De uitspraak van de accountantskamer
3.De beoordeling van het hoger beroep
24 oktober 2011 ook niet bereid [is].” Het klaagschrift besluit met een gelijkluidende zin. Voor het oordeel dat dit als zelfstandig klachtonderdeel had moeten worden beschouwd, ziet het College geen aanleiding. Appellanten hebben onvoldoende gepreciseerd, welke gedraging of welk nalaten van betrokkene hem hiermee verweten wordt. Derhalve slaagt dit gedeelte van de tweede grief niet.
20 december 2010 tot betaling van de achterstallige hypotheektermijnen zou zijn overgegaan. Betrokkene heeft hiertegen aangevoerd dat dit de verkoop niet had kunnen afwenden, omdat Argenta/HypoCasso niet vanwege de betalingsachterstand tot verkoop heeft besloten, maar omdat appellanten tegen de voorwaarden in derden in de woning liet wonen.
11 april 2011 (verzonden meteen nadat [appellant 2] aan betrokkene meldde dat de woning op 15 juni zou worden geveild) van diezelfde medewerkster aan betrokkene zijn met Argenta meerdere gesprekken gevoerd, maar heeft Argenta laten weten niets meer te willen doen en van [appellant 2] af te willen. Blijkens een e-mail van 12 april 2011 heeft betrokkene zijn medewerkster gevraagd nog een poging bij HypoCasso te doen, maar duidelijk is dat dit niet tot het gewenste resultaat heeft geleid. Het verwijt dat betrokkene heeft stilgezeten nadat hij van de brief van 20 december 2010 op de hoogte raakte, houdt gelet op het bovenstaande geen stand.
10 december 2010 eerst heeft geprobeerd HypoCasso met een betaling zonder incassokosten en boeterente te laten instemmen. Niet valt in te zien dat dit in het kader van een schuldsaneringstraject niet als een passende en zorgvuldige handelwijze is te beschouwen.
Ingevolge artikel 2, tweede lid, van de Wtra kan de maatregel van geldboete gezamenlijk met een van de andere tuchtrechtelijke maatregelen worden opgelegd.
4.De beslissing
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt de bestreden uitspraak, voor zover klachtonderdeel c ongegrond is verklaard en voor zover daarbij de aan betrokkene op te leggen maatregel is bepaald;
- verklaart klachtonderdeel c, voor zover dit klachtonderdeel betrekking heeft op de manier waarop betrokkene zijn werkzaamheden heeft beëindigd, gegrond;
- legt betrokkene de maatregel van berisping op, alsmede een geldboete op van