4.2.In dit geding is de volgende Europese regelgeving van belang:
Artikel 1 van de Richtlijn: De lidstaten verrichten de veterinaire controles voor producten uit derde landen die op een van de in bijlage I vermelde grondgebieden (lees: Nederland) worden binnengebracht overeenkomstig het bepaalde in deze richtlijn.
Artikel 2 van de Richtlijn: (..) Voorts wordt verstaan onder: (..) „grensinspectiepost”: een inspectiepost die overeenkomstig artikel 6 is aangewezen en erkend voor het verrichten van de veterinaire controles van producten die uit derde landen bij de grens van een van de in bijlage I vermelde grondgebieden aankomen; (..) “bevoegde autoriteit”: de centrale autoriteit van een lidstaat die bevoegd is voor de verrichting van de veterinaire controles, of elke autoriteit waaraan de centrale autoriteit deze bevoegdheid heeft overgedragen.”
Artikel 6, lid 1, van de Richtlijn: De grensinspectiepost moet:
a) gelegen zijn in de onmiddellijke nabijheid van de plaats van binnenkomst op een van de in bijlage I vermelde grondgebieden (..) Wanneer dit evenwel nodig is, kan om geografische redenen (loskade, bergpas) volgens de procedure van lid 2 worden toegestaan dat een grensinspectiepost op enige afstand van de plaats van binnenkomst ligt; dit is ook het geval bij vervoer per spoor: het door de bevoegde autoriteit aangewezen eerste spoorwegstation waar gestopt wordt;
b) onder het gezag staan van een officiële dierenarts die feitelijk de verantwoordelijkheid voor de controles draagt. (..)
Artikel 6, lid 2, van de Richtlijn: Volgens de procedure van artikel 29 kan de lijst van grensinspectieposten die geldig is op de datum van bekendmaking van deze richtlijn, later gewijzigd of aangevuld worden a) door de toevoeging van een nieuwe grensinspectiepost die
- door de lidstaat wordt voorgesteld, nadat de bevoegde autoriteit zich ervan heeft vergewist dat de voorschriften (..) tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van de inspectieposten aan de grens van de Gemeenschap die belast zijn met de veterinaire controles bij het binnenbrengen van producten uit derde landen, worden nageleefd,
- door de Commissie, in samenwerking met de bevoegde autoriteit van de lidstaat, wordt gecontroleerd; (..)
Artikel 1, lid 1, van de Beschikking: Een grensinspectiepost bestaat uit voorzieningen waar veterinaire controles worden uitgevoerd en die onder de verantwoordelijkheid staan van de officiële dierenarts (..) Wanneer een grensinspectiepost uit verschillende werkeenheden bestaat die echter op dezelfde plaats zijn gelegen, wordt deze grensinspectiepost aangeduid met de naam van de geografische plaats waar het geheel is gevestigd.
Artikel 1, lid 3, van de Beschikking: Wanneer de geografische situatie, de uitgestrektheid van de plaats van vestiging of een doeltreffend beheer van de controles zulks vereisen, kan een grensinspectiepost uit meer den één installatie of meer dan één inspectiecentrum bestaan, ten einde de controles van de categorieën producten waarvoor de grensinspectiepost erkend is, te kunnen uitvoeren.
Artikel 5, lid 1, van de Beschikking: Een lidstaat kan, nadat de bevoegde autoriteit heeft geconstateerd dat aan de bepalingen van deze beschikking wordt voldaan, de Commissie voorstellen om nieuwe inspectiecentra in reeds erkende grensinspectieposten op te nemen in de in het Publicatieblad bekendgemaakte lijst. De voorzieningen van deze centra moeten aangepast zijn aan de omvang en de aard van de producten die er passeren.
Artikel 5, lid 2, van de Beschikking: Wanneer een grensinspectiepost in aparte inspectiecentra wordt onderverdeeld, moeten deze centra
- gelegen zijn in hetzelfde douanegebied of douanedistrict als die grensinspectiepost;
- binnen een redelijke afstand van het hoofdkantoor van de betrokken grensinspectiepost liggen en duidelijk onder controle van de officiële dierenarts staan; (..)
Verder is in dit geding de volgende nationale regelgeving van belang:
Het eerste lid van de artikelen 1, 10 en 11 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, in samenhang met de artikelen 1.1.1. en 1.2.1, eerste lid van de Regeling veterinairrechtelijke voorschriften handel dierlijke producten, ingevolge welke bepalingen de Minister van Economische Zaken (minister) de bevoegde autoriteit is in de zin van de Richtlijn.
Artikel 1 van het Besluit van de Minister van Economische Zaken van 7 november 2012, nr. WJZ / 12354190, houdende vaststelling van de taken van de Staatssecretaris van Economische Zaken (staatssecretaris), in samenhang met artikel 3 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2012 (mandaatregeling), ingevolge welke bepalingen de staatssecretaris, binnen de grenzen van het door de minister vastgestelde beleid, is belast met landbouw en voedselkwaliteit en met betrekking tot die taak in de plaats treedt van de minister.
Artikel 7, vierde lid, van de mandaatregeling, zoals die bepaling van 5 juli 2014 tot 1 januari 2015 luidde, op grond waarvan aan de inspecteur-generaal van de NVWA, op zijn werkterrein, mandaat en machtiging is verleend voor het vaststellen van beleidsregels.