1.5Appellante heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. In het bezwaarschrift staat dat de investering in het koeldeksysteem een uitbreiding is op een bestaand systeem en dat de uitbreiding wordt aangesloten op een bestaande warmtepomp. Op 17 april 2014 is appellante naar aanleiding van het bezwaarschrift gehoord. Bij e-mailbericht van 21 augustus 2014 heeft (de toenmalige gemachtigde van) appellante in reactie op een e-mailbericht van verweerder van 27 februari 2014, waarin verweerder heeft vermeld dat een koeldeksysteem niet kan worden gemeld onder code 220813, maar dat het wel mogelijk is om dit systeem te melden als een warmtepomp en dat verweerder om die reden verzoekt het bedrijfsmiddel te melden onder code 211103, verweerder meegedeeld dat verweerder heeft aangegeven dat de investering gemeld kan worden onder code 211103 van de Energielijst.
2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van appellante ongegrond verklaard en de afwijzing van de aanvraag om subsidie gehandhaafd. Verweerder heeft hiertoe uiteengezet dat bij het primaire besluit geen subsidie is verleend, omdat de aangevraagde investering niet voldoet aan de omschrijving van code 220813 van de Energielijst. Uit de toelichting op de Energielijst, waarin staat dat niet de gehele koelinstallatie voor subsidie in aanmerking komt, valt immers af te leiden dat het warmteterugwinningssysteem dient te zijn voorzien van een compressiekoelmachine. Uit de overgelegde bescheiden blijkt niet dat een dergelijke compressiekoelmachine in het warmteterugwinningssysteem aanwezig is. Voorts heeft verweerder uiteengezet dat de investering waarvoor appellante subsidie heeft aangevraagd in principe voldoet aan de omschrijving van warmtepomp zoals bedoeld in bijlage 2, hoofdstuk 7, onder A, categorie 4, onder 1, van de regeling, hetgeen echter niet betekent dat de investering voor subsidie in aanmerking komt. Gebleken is dat de warmtepomp zelf, het belangrijkste element van de investering, al op het bedrijf van appellante aanwezig is, terwijl ook geen subsidie voor de warmtepomp zelf is aangevraagd, maar alleen voor het koeldek, de buffer, de besturing en de warmtewisselaarspakketten. Het is niet de bedoeling dat slechts onderdelen van investeringen voor subsidie in aanmerking komen. In de regeling is ook niet bepaald dat onderdelen van investeringen op zich subsidiabel zijn. Dit sluit aan bij artikel 1.2, tweede lid, van de Regeling, waarin is bepaald dat subsidie uitsluitend kan worden verstrekt voor activiteiten die zijn aangevangen op of na de subsidieverlening.
3. Appellante heeft in beroep – zakelijk weergegeven – het volgende aangevoerd. Het bestreden besluit is curieus en onjuist. Het bespreekt twee onderdelen van de Energielijst, het warmteterugwinningssysteem en de warmtepomp. Appellante heeft geen investering ten behoeve van de warmtepomp (code 211103) aangevraagd dus de uiteenzetting in het bestreden besluit die daarop betrekking heeft doet niet ter zake. Wat betreft het warmteterugwinningssysteem (code 220813), valt uit de Toelichting op de Energielijst niet af te leiden dat het warmteterugwinningssysteem dient te zijn voorzien van een compressiekoelmachine. Er is namelijk niet aangegeven welke onderdelen van de koel- of persluchtinstallatie niet in aanmerking komen voor subsidie. Bovendien is in de Energielijst onder code 220813 opgenomen dat een warmteterugwinningssysteem op koelmachine bestaat uit eventueel een warmtepomp. Hierbij komt dat wel degelijk een compressie koelmachine op het bedrijf van appellante aanwezig is.
4. Verweerder heeft in het verweerschrift uiteengezet dat appellante een aanvraag heeft ingediend voor een investering in een warmteterugwinningssysteem op koel- of persinstallatie, dat appellante in het bezwaarschrift heeft aangegeven dat zij geen subsidie heeft aangevraagd voor de aanschaf van een warmteterugwinningssysteem maar voor de aankoop van een koeldeksysteem en dat dit koeldeksysteem na aanschaf zal worden aangesloten op een bestaande warmtepomp, dat uit de stukken bij de aanvraag tijdens de bezwaarfase is gebleken dat appellante een investering in een koeldeksysteem wenst te doen en dat een koeldeksysteem niet als een warmteterugwinningssysteem op koel- of persluchtinstallatie kan worden ingediend onder code 220813 van de Energielijst. Verder heeft verweerder uiteengezet dat appellante verweerder vervolgens via het e-mailbericht van appellante van 21 augustus 2014 heeft verzocht de investering te laten plaatsen onder code 211103 van de Energielijst, dat verweerder aan dit verzoek gehoor heeft gegeven, dat hij de aanvraag hieraan heeft getoetst en dat ook code 211103 van de Energielijst geen uitkomst kan bieden.
5. Het College overweegt als volgt. In beroep heeft appellante weliswaar gesteld dat zij geen investering ten behoeve van een warmtepomp (code 211103) heeft aangevraagd, maar appellante gaat daarmee voorbij aan de discussie die in de bezwaarfase tussen haar en verweerder heeft plaatsgevonden over de duiding van die aanvraag. Verweerder heeft in het verweerschrift onder verwijzing naar het bezwaarschrift en het e-mailbericht van appellante van 21 augustus 2014 uiteengezet dat en waarom hij de aanvraag van appellante in de bezwaarfase niet langer heeft aangemerkt als een aanvraag om een investering voor een warmteterugwinningssysteem (code 220813), maar als een aanvraag om een investering voor een warmtepomp (code 211103) en dat hij de aanvraag aan die voorwaarden heeft getoetst. Appellante heeft deze uiteenzetting niet gemotiveerd weersproken. Bij deze stand van zaken is het College van oordeel dat verweerder de aanvraag van appellante terecht heeft aangemerkt als een aanvraag om een investering voor een warmtepomp (code 211103) en de aanvraag terecht aan die voorwaarden heeft getoetst. Reeds om die reden faalt het betoog van appellante dat – kort gezegd – verweerder niet deugdelijk heeft gemotiveerd waarom de investering niet voldoet aan de voorwaarden van een warmteterugwinningssysteem (code 220813). Aangezien appellante voorts in beroep niet heeft weersproken dat de investering niet voldoet aan de voorwaarden voor een warmtepomp (code 211103), zal het College het beroep ongegrond verklaren.
6. Het beroep is dus ongegrond.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.