2.2Bij besluit van 14 juli 2014 heeft verweerder het bezwaar van appellanten tegen de primaire besluiten ongegrond verklaard, zij het onder aanvulling van de wettelijke grondslag voor de terugvordering. De bebossingsbijdragen worden ingetrokken op grond van artikel 4:49, lid 1, sub c, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de bijdragen voor inkomensverlies worden ingetrokken op grond van artikel 4:48, lid 1, sub b, van de Awb. De terugvordering vindt plaats op grond van artikel 4:57 van de Awb. Het voorstel van appellanten om de wettelijke rente achterwege te laten, is afgewezen.
Appellanten hebben volgens verweerder niet aan hun verplichtingen op grond van de Stimuleringsregeling voldaan omdat zij het bos binnen de termijn van 20 jaar hebben gekapt en niet blijvend en duurzaam in stand hebben gehouden. De termijn van 20 jaar kan niet onderbroken worden. Voorts is de Stimuleringsregeling aangevraagd voor een specifiek perceel, de verplichtingen kunnen niet overgaan naar een ander perceel.
3 De Regeling luidde voor zover en ten tijde hier van belang:
1. In deze regeling wordt verstaan onder:
e. gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon die krachtens eigendom, pacht, enig ander duurzaam persoonlijk recht of gebruiksrecht grond in gebruik heeft;
(...)
j. blijvend bos: bos waarvoor voorafgaand aan de aanleg geen vrijstelling is verleend op grond van de Beschikking vrijstelling meldings- en herplantplicht;
(...)
Ter bevordering van het bebossen van landbouwgronden kan de minister op aanvraag een subsidie verlenen:
a. in de kosten van de aanleg van bos op landbouwgrond en
b. ter compensatie van inkomensverlies als gevolg van de in onderdeel a genoemde aanleg van bos op landbouwgrond.
(…)
Artikel 8
Een subsidie wordt slechts verleend indien:
a. de aanvrager zich ertoe verplicht om (...) in geval van blijvend bos gedurende een periode van twintig jaren het bos in stand te houden;
b. de aanvrager zich ertoe verplicht om gedurende de gehele tijd dat verplichtingen op grond van deze regeling zijn aangegaan, de landbouwgrond waarop de subsidie van toepassing is uit produktie te nemen en te houden
(...)
2. De subsidieontvanger is verplicht de beplanting als volgt uit te voeren:
(…)
o. van de totale uit produktie genomen landbouwgrond is minstens 90 % beplant (…)
Artikel 16 (tot 1 januari 1998)
1. Een beschikking waarbij een bijdrage is toegekend, wordt geheel of gedeeltelijk ingetrokken in geval degene aan wie een bijdrage is toegekend (...):
(...)
b. niet voldoet aan de voorwaarden zoals die gesteld zijn in de artikelen 6, 8, 9, 12, 13, 15, 20, en 21;
(...)
2. In het geval van intrekking als bedoeld in het eerste lid, wordt de bijdrage, bedoeld in artikel 2, aanhef en onderdeel a, voor zover deze is uitbetaald, teruggevorderd, vermeerderd met de wettelijke rente over de periode vanaf de eerste uitbetaling van de bijdrage tot aan het tijdstip van de terugbetaling van de bijdrage.
(...)
4. In geval van intrekking als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a en onderdeel b, wordt voor zover niet voldaan wordt aan artikel 8 de bijdrage, bedoeld in artikel 2, aanhef en onderdeel b, teruggevorderd, vermeerderd met de wettelijke rente over de periode vanaf de uitbetaling van de bijdrage tot aan het tijdstip van de terugbetaling van de bijdrage, met dien verstande dat indien:
a. tot en met 5 jaren inkomenscompensatie is verkregen, 75% van het in totaal toegekende bedrag aan inkomenscompensatie wordt teruggevorderd;
b. 6 tot en met 10 jaren inkomenscompensatie is verkregen, 50% van het in totaal toegekende bedrag aan inkomenscompensatie wordt teruggevorderd;
c. 11 tot en met 20 jaren inkomenscompensatie is verkregen, 25% van het in totaal toegekende bedrag aan inkomenscompensatie wordt teruggevorderd.
(...)
Artikel 16 (vanaf 1 januari 1998)
1. Een beschikking tot subsidieverlening of -vaststelling wordt geheel of gedeeltelijk ingetrokken in geval de subsidieontvanger geheel of gedeeltelijk geen gebruiker meer is van de gronden, met betrekking tot welke een subsidie is verleend.
2. Het eerste lid en de artikelen 4:48 en 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht vinden geen toepassing ten aanzien van reeds uitbetaalde subsidies in geval van onteigening, als bedoeld in artikel 1 van de Onteigeningswet en in geval van verkoop aan de overheid in geval van een wijziging van een bestemmingsplan, van de oppervlakte grond waarop de subsidie betrekking heeft.
3. Indien toepassing wordt gegeven aan artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht of artikel 6 van de Kaderwet LNV-subsidies worden terug te vorderen bedragen vermeerderd met de wettelijke rente over de periode vanaf de eerste uitbetaling tot aan het moment van algehele voldoening. "