ECLI:NL:CBB:2016:396
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.A.B. van Dorst-Tatomir
- A. Venekamp
- H.L. van der Beek
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag voor MIT-R&D samenwerkingsproject wegens onvoldoende kwaliteit projectplan
In deze zaak heeft Criss Cross Technologies B.V. een aanvraag ingediend voor subsidie in het kader van de Regeling nationale EZ-subsidies, specifiek voor een MIT-R&D samenwerkingsproject met de titel "CCT Biodiesel plus". De aanvraag werd op 8 december 2014 afgewezen door de minister van Economische Zaken, omdat de kwaliteit van het projectplan als onvoldoende werd beoordeeld. De minister stelde dat het project niet voldoende bijdroeg aan de economische waarde en dat het projectplan niet voldeed aan de vereisten van de regeling. Na een bezwaarprocedure, waarin de minister het bezwaar deels gegrond verklaarde, bleef de afwijzing van de subsidieaanvraag gehandhaafd.
Tijdens de zitting op 24 mei 2016 werd de zaak behandeld. De appellante betwistte de afwijzing en stelde dat het projectplan wel voldoende informatie bevatte. De minister verdedigde zijn standpunt door te stellen dat het projectplan niet de benodigde details gaf om de aanvraag te kunnen rangschikken op basis van de in de regeling genoemde criteria. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de minister terecht had geoordeeld dat de kwaliteit van het projectplan onvoldoende was. Het College concludeerde dat de minister niet in de gelegenheid was gesteld om aanvullende informatie te verstrekken, omdat de aanvraag op te veel vragen geen antwoord gaf.
Uiteindelijk verklaarde het College het beroep ongegrond en bevestigde de afwijzing van de subsidieaanvraag. De uitspraak benadrukt het belang van een gedetailleerd projectplan en de noodzaak voor aanvragers om hun aanvragen volledig en duidelijk te onderbouwen, vooral in het kader van een tendersysteem waar aanvragen op basis van relatieve beoordeling worden geëvalueerd.