In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 26 januari 2017 uitspraak gedaan in het beroep van BlueCielo ECM Solutions B.V. tegen de minister van Economische Zaken. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor een S&O-verklaring, die door de minister gedeeltelijk was afgewezen. BlueCielo had een aanvraag ingediend voor een S&O-verklaring voor de ontwikkeling van programmatuur, specifiek voor het project 'Ontwikkeling Cloud Compatible Engineering Content Management Platform'. De aanvraag was deels goedgekeurd, maar voor de uren van vier medewerkers was deze afgewezen omdat niet aannemelijk was gemaakt dat hun werkzaamheden direct en uitsluitend gericht waren op de ontwikkeling van nieuwe programmatuur.
Na een hoorzitting en een heroverweging van het bezwaar, werd het bestreden besluit door de minister gehandhaafd. BlueCielo stelde dat de minister onvoldoende had gemotiveerd waarom de werkzaamheden van de vier medewerkers niet als S&O-werkzaamheden konden worden aangemerkt. Het College oordeelde dat de minister in zijn besluit niet voldoende had onderbouwd waarom de werkzaamheden niet als S&O-werkzaamheden konden worden gekwalificeerd. Het College vernietigde het bestreden besluit, maar liet de rechtsgevolgen in stand, omdat de minister voldoende gelegenheid had geboden om de benodigde informatie te verstrekken, maar BlueCielo hierin niet was geslaagd.
Het College concludeerde dat de minister niet in strijd had gehandeld met het vertrouwensbeginsel, aangezien elke aanvraag op zichzelf beoordeeld moet worden. De proceskosten van BlueCielo werden door de minister vergoed tot een bedrag van € 990,-.