ECLI:NL:CBB:2017:401
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.L. van der Beek
- H.O. Kerkmeester
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Intrekking van productierechten voor pluimvee en de evenredigheid van de sanctie
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 11 december 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen [naam 1] B.V. en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De zaak betreft de intrekking van productierechten voor pluimvee. Appellante had op 1 maart 2006 een aanvraag ingediend voor een ontheffing van het uitbreidingsverbod voor pluimvee, welke ontheffing op 13 juli 2007 werd verleend voor 45.000 pluimvee-eenheden (pve). Echter, bij besluit van 22 september 2015 heeft de minister de ontheffing gedeeltelijk ingetrokken, omdat appellante niet aan de voorschriften had voldaan. Het bestreden besluit van 19 januari 2016 verklaarde het bezwaar van appellante ongegrond, waarna appellante in beroep ging.
Tijdens de zitting op 16 maart 2017 is het onderzoek geschorst om de minister in de gelegenheid te stellen vragen van het College te beantwoorden. Na ontvangst van de antwoorden heeft het College het onderzoek gesloten. Appellante voerde aan dat de mest was verwerkt in champignonsubstraat en dat de intrekking onevenredig was, gezien de omstandigheden van het bedrijf en de financiële situatie. Het College oordeelde dat de minister terecht had geconcludeerd dat appellante in strijd had gehandeld met de voorschriften van de ontheffing, en dat de intrekking van 9.974 pve niet disproportioneel was. Het College wees ook het beroep op overschrijding van de redelijke termijn af, maar constateerde wel dat de termijn met ongeveer zes weken was overschreden.
De uitspraak concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is openbaar uitgesproken op 11 december 2017.