ECLI:NL:CBB:2017:453
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de afwijzing van uitbetaling van betalingsrechten en vergroeningsbetaling 2015 op basis van kennelijke fout
In deze zaak heeft de Maatschap [naam 1] en [naam 2] beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Economische Zaken, waarbij het bezwaar van appellante tegen de afwijzing van uitbetaling van betalingsrechten en vergroeningsbetaling voor het jaar 2015 ongegrond is verklaard. De zaak betreft de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB, waarbij appellante voor drie percelen een totale oppervlakte van 18,67 ha heeft opgegeven. Verweerder heeft aan appellante 18,50 betalingsrechten toegewezen, maar perceel 1 (5,20 ha) is niet meegenomen omdat appellante bij de aanvraag geen ja heeft aangevinkt.
Appellante heeft aangevoerd dat er sprake is van een kennelijke fout en dat verweerder perceel 1 alsnog moet meenemen bij de uitbetaling. Het College heeft overwogen dat de aanvraag van appellante geen tegenstrijdigheid vertoonde en dat verweerder niet verplicht was om de motieven van de aanvrager te onderzoeken. De aanvraag moest worden beoordeeld zoals deze was ingediend, en er was geen ruimte voor een belangenafweging omdat het verzoek om wijziging te laat was ingediend.
Het College heeft geconcludeerd dat er geen sprake is van een kennelijke fout en dat verweerder terecht geen betalingsrechten voor perceel 1 heeft uitbetaald. Het beroep van appellante is ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.