ECLI:NL:CBB:2017:464
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E.R. Eggeraat
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van betalingsrechten op grond van de Uitvoeringsregeling GLB en de gevolgen van overmacht
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 30 november 2017 uitspraak gedaan in het geschil tussen [naam] B.V. en de staatssecretaris van Economische Zaken over de toewijzing van betalingsrechten op grond van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB. Appellante had in 2013 geen rechtstreekse betaling ontvangen en voerde aan dat zij door financiële problemen haar toeslagrechten had moeten verkopen, wat haar in de weg stond om een aanvraag in te dienen. De staatssecretaris had eerder de aanvragen van appellante om toewijzing van betalingsrechten en uitbetaling van de vergroeningsbetaling afgewezen, omdat zij niet voldeed aan de voorwaarden die zijn gesteld in de relevante Europese verordeningen.
Het College overwoog dat appellante niet aan de voorwaarden voldeed voor toewijzing van betalingsrechten, aangezien zij in 2013 geen rechtstreekse betaling had ontvangen en ook niet aan andere voorwaarden voldeed. Het beroep op overmacht werd verworpen, omdat de financiële problemen van appellante niet als abnormale en onvoorziene omstandigheden konden worden aangemerkt. Het College concludeerde dat de staatssecretaris terecht de aanvragen had afgewezen en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt de strikte voorwaarden die gelden voor de toewijzing van betalingsrechten en de beperkte ruimte voor een belangenafweging in het geval van niet-naleving van deze voorwaarden. Het College bevestigde dat appellante niet in aanmerking kwam voor de basisbetaling en vergroeningsbetaling, omdat zij niet beschikte over de benodigde betalingsrechten.