ECLI:NL:CBB:2017:323
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.R. Winter
- A. Venekamp
- H.L. van der Beek
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van betalingsrechten op grond van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 9 oktober 2017 uitspraak gedaan in het geschil tussen een appellante en de staatssecretaris van Economische Zaken over de toewijzing van betalingsrechten op grond van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB. Appellante had in 2015 een aanvraag ingediend voor toewijzing van betalingsrechten en de uitbetaling van deze rechten, maar deze aanvragen werden door verweerder afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat appellante in 2013 geen rechtstreekse betaling had ontvangen van minimaal €500,- en niet voldeed aan de voorwaarden voor het verkrijgen van betalingsrechten.
Het College heeft vastgesteld dat appellante in 2013 geen recht had op een rechtstreekse betaling en dat zij niet aan de voorwaarden voldeed die zijn gesteld in artikel 24 van Verordening 1307/2013. Appellante voerde aan dat zij de varkenshouderij van haar vader had overgenomen en dat de betalingsrechten automatisch op haar waren overgegaan, maar het College oordeelde dat er geen sprake was van een gehele bedrijfsovername. De argumenten van appellante werden door het College niet gevolgd, en het College concludeerde dat verweerder terecht de aanvragen om toewijzing van betalingsrechten had afgewezen.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor landbouwers om aan specifieke voorwaarden te voldoen om in aanmerking te komen voor betalingsrechten en dat het niet voldoen aan deze voorwaarden leidt tot afwijzing van aanvragen. Het College verklaarde het beroep van appellante ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.