ECLI:NL:CBB:2018:265
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Pavićević
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van betalingsrechten voor 2015 en kennelijke fout bij gewascode
In deze zaak heeft de Maatschap [naam 1] beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin het bezwaar tegen de toewijzing van betalingsrechten voor 2015 ongegrond werd verklaard. De appellante had in haar Gecombineerde opgave 2015 abusievelijk een onjuiste gewascode opgegeven voor een aantal percelen, wat leidde tot een lagere toewijzing van betalingsrechten. De minister had in zijn primaire besluit 9,66 hectare subsidiabele landbouwgrond vastgesteld en daarop 9,66 betalingsrechten toegekend. Appellante stelde dat de gewascode 332, die zij had opgegeven, onjuist was en dat zij in plaats daarvan gewascode 331 had moeten opgeven, wat zou betekenen dat de percelen als subsidiabel landbouwgrond zouden worden aangemerkt.
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de zaak op 5 juni 2018 behandeld. Tijdens de zitting is vastgesteld dat de appellante de fout pas na ontvangst van het primaire besluit had ontdekt en dat zij verzocht had om deze kennelijke fout te herstellen. Het College overwoog dat de aanvraag voor betalingsrechten tijdig moest worden ingediend en dat wijzigingen in de aanvraag tot een bepaalde datum konden worden doorgevoerd. De vraag was of de onjuiste gewascode als een kennelijke fout kon worden aangemerkt, wat zou betekenen dat de minister deze had moeten corrigeren.
Het College concludeerde dat er geen sprake was van een kennelijke fout. De gewascode 332 was niet onlogisch voor de opgegeven percelen, en de minister had geen aanleiding om aan te nemen dat appellante een andere gewascode had willen opgeven. De appellante had ook andere percelen opgegeven met verschillende gewascodes, wat de aanvraag niet tegenstrijdig maakte. Het beroep van de appellante werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.