ECLI:NL:CBB:2018:364
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit inzake betalingsrechten GLB
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 9 juli 2018 uitspraak gedaan in het beroep van een appellante tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het primaire besluit, genomen op 17 december 2016, betrof de vaststelling van het bedrag aan betalingsrechten dat de appellante ontving voor het jaar 2016, inclusief basis- en vergroeningsbetalingen, op basis van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB. Na een ongegrond verklaard bezwaar op 30 mei 2017, heeft de appellante beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 9 juli 2018, waar beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door gemachtigden, heeft het College de zaak behandeld. Het College heeft vastgesteld dat het beroep mede betrekking heeft op een wijzigingsbesluit van 29 juni 2018, dat door de minister was genomen naar aanleiding van het beroep.
Het College heeft overwogen dat de appellante niet akkoord ging met de vaststelling van de oppervlakte van enkele percelen die zij had opgegeven in de Gecombineerde Opgave 2016. Hoewel de minister met het wijzigingsbesluit tegemoetkwam aan enkele bezwaren van de appellante, was er onvoldoende onderbouwing voor de bezwaren met betrekking tot andere percelen. Het College concludeerde dat de minister terecht was uitgegaan van de vastgestelde oppervlakten en dat de verschillen in oppervlakte binnen de toegestane marges vielen. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard.
Daarnaast heeft het College de minister veroordeeld in de proceskosten van de appellante, die op € 1.002,- zijn vastgesteld. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door mr. B. Bastein, met mr. J.B.C. van der Veer als griffier.