mw. mr. B. Bastein

Het College verklaart het beroep van [naam 1] B.V. niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van belang bij voortzetting van de procedure na faillissement.

De onderneming is als vervoerder van meststoffen aangemerkt en kreeg een boete opgelegd. Hoger beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank, waarbij de rol van de onderneming en de boetes worden bevestigd.

Het College verklaart het beroep van de onderneming ongegrond, maar kent € 2.000,- schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep van een intermediaire onderneming tegen boete wegens niet voldoen aan verantwoordingsplicht Meststoffenwet. Boete van € 16.008,30 bevestigd.

Het College verklaart het beroep van de onderneming niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang en kent € 1.000,- schadevergoeding toe voor overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep over mestboete wegens overschrijding gebruiksnormen. Boete gematigd tot € 5.890,45 na erkenning van overschrijding redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de toegangsverplichting uit MA5 ook geldt voor aanbieders van transitdiensten en wijst de zaak terug naar de rechtbank voor verdere beoordeling.

De vennootschap verzocht om herziening van besluiten op grond van de Regeling Fosfaatreductieplan 2017. Het College verklaart het beroep ongegrond, geen evident onredelijke afwijzing door de minister.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de ACM geen bevoegdheid heeft om een ITC op te leggen in de Transportcode gas LNB, en vernietigt het bestreden besluit.

Het College verklaart het beroep van een Zeevisserijbedrijf ongegrond, oordelend dat het vervallen van contingenten door deelname aan de subsidieregeling niet in strijd is met het eigendomsrecht of andere rechtsbeginselen.

Het College verklaart het beroep van de onderneming ongegrond, oordelend dat het vervallen van contingenten geen ontneming van eigendom is en dat de regeling niet in strijd is met hogere rechtsbeginselen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van Rederij Gebr. [naam 1] ongegrond, omdat het vervallen van contingenten een gevolg is van deelname aan de subsidieregeling voor sanering van vissersvaartuigen.

Het College verklaart het beroep van Zeevisserijbedrijf Gebroeders ongegrond, oordelend dat het vervallen van contingenten geen ontneming van eigendom is en dat de regeling niet in strijd is met het evenredigheids- en gelijkheidsbeginsel.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart de beroepen van een visserijonderneming ongegrond, omdat het vervallen van contingenten een gevolg is van deelname aan de subsidieregeling.

Het College verklaart het beroep van een onderneming ongegrond, oordelend dat het vervallen van contingenten door deelname aan de subsidieregeling geen ontneming van eigendom is en niet in strijd met het evenredigheidsbeginsel.

Het College verklaart het beroep van een Zeevisserijbedrijf ongegrond, oordelend dat het vervallen van contingenten door deelname aan de subsidieregeling niet in strijd is met de wet.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de vaststelling van een subsidie op basis van de tijdelijke regeling voor de visserij na Brexit, omdat geen bezwaar was gemaakt tegen het verleningsbesluit.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van een subsidieaanvraag op basis van de SEG22, omdat het evenement niet geannuleerd maar verplaatst was.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat de minister de subsidie terecht lager heeft vastgesteld en onverschuldigd betaalde bedragen kan terugvorderen.

Het College oordeelt dat de onderneming die varkens houdt onder het staatssteunplafond voor landbouwproductie valt. Bestreden besluiten zijn vernietigd, maar rechtsgevolgen blijven in stand.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat een varkenshandelaar onder het lagere staatssteunplafond van € 290.000 valt voor COVID-19 subsidies, en verklaart de beroepen ongegrond.

College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart beroepen van ondernemer ongegrond over herziening subsidies COVID-19-regeling; minister hanteert correct staatssteunplafond.

Het College van Beroep bevestigt de afwijzing van de staatssecretaris van een verzoek tot wijziging van een operationeel programma voor de aanschaf van een demomachine, omdat deze niet voldeed aan de voorwaarden van onvoorzienbaarheid en noodzakelijkheid.

Het College verklaart de beroepen ongegrond wegens termijnoverschrijding van de bezwaren tegen subsidies op basis van de TVL-regeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de herzieningsverzoeken van een onderneming voor subsidies COVID-19 afgewezen, omdat er geen nieuwe feiten zijn die herziening rechtvaardigen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep gegrond en vernietigt de niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar tegen de subsidie vaststelling COVID-19.

Het College verklaart het beroep met zaaknummer 23/1771 niet-ontvankelijk en de beroepen met zaaknummers 23/1769 en 23/1770 ongegrond, inzake subsidie COVID-19.

Het College vernietigt de afwijzing van het herzieningsverzoek voor subsidie COVID-19 en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een onderneming tegen de herziening van een subsidie voor vaste lasten ongegrond, omdat het staatssteunplafond op de hele groep van verbonden ondernemingen van toepassing is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de ondernemer ongegrond, omdat de minister het herzieningsverzoek terecht heeft afgewezen op basis van geen nieuwe feiten of omstandigheden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de onderneming ongegrond, omdat er geen nieuwe feiten zijn die de afwijzing van het herzieningsverzoek rechtvaardigen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van een onderneming tegen de afwijzing van haar herzieningsverzoek van een subsidie intrekkingsbesluit ongegrond verklaard.

Het College heeft het beroep van de ondernemer tegen de afwijzing van het herzieningsverzoek om subsidie TVL ongegrond verklaard, omdat er geen nieuwe feiten zijn aangedragen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond verklaard, omdat er geen nieuwe feiten zijn die de afwijzing van het herzieningsverzoek om subsidie herziening evident onredelijk maken.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst het herzieningsverzoek van [naam 1] B.V. af, omdat er geen nieuwe feiten zijn die de afwijzing evident onredelijk maken. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst de herzieningsverzoeken van een onderneming af, omdat er geen nieuwe feiten zijn die de afwijzing onredelijk maken. De beroepen zijn ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst de herzieningsverzoeken van een onderneming om TVL-subsidie af, omdat er geen nieuwe feiten zijn aangedragen. De beroepen zijn ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond inzake de subsidie vaststelling COVID-19, omdat het staatssteunplafond is overschreden.

Het College van Beroep verklaart het verzet van de onderneming ongegrond, omdat er geen nieuwe argumenten zijn aangedragen tegen de eerdere uitspraak over het omzetbegrip in de COVID-19 subsidie regeling.

Het College verklaart het beroep van de onderneming tegen het besluit van de minister van Economische Zaken ongegrond, omdat zij geen benodigde omzetgegevens heeft overgelegd.

Het College van Beroep verklaart het verzet van de ondernemer ongegrond, omdat geen nieuwe feiten zijn aangevoerd die de eerdere uitspraak onjuist maken.

Beroep tegen niet tijdig beslissen over subsidieaanvraag COVID-19 gegrond verklaard; beroep tegen afwijzingsbesluit ongegrond.

Het College verklaart de beroepen gegrond en draagt de minister op het griffierecht van €2.226,- te vergoeden, gezien persoonlijke omstandigheden van de eigenaar.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht subsidies op nihil heeft vastgesteld voor ondernemingen in moeilijkheden, conform de AGVV en Kaderwet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de subsidieaanvraag voor versneld natuurherstel door de staatssecretaris, wegens onvoldoende onderbouwing van effectiviteit.

Het College van Beroep verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat de staatssteungrens is overschreden en er geen ruimte is voor subsidie.

Het College verklaart de termijnoverschrijding van [naam 1] B.V. verschoonbaar door ziekte van de gemachtigde; de minister moet inhoudelijk beslissen op het bezwaar.

Het College oordeelt dat de exploitatiebijdrage van een investeerder geen omzet is in de zin van de TVL, en bevestigt de subsidie van € 184.199,08. Tevens wordt de Staat veroordeeld tot schadevergoeding van € 500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding bij indienen van het beroepschrift.

Het College verklaart het beroep ongegrond; de minister heeft het bezwaar tegen de intrekking van de subsidie voor het eerste kwartaal van 2021 terecht niet-ontvankelijk verklaard.