ECLI:NL:CBB:2018:434
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.R. Eggeraat
- R.W.L. Koopmans
- I.M. Ludwig
- Rechtspraak.nl
Weigering certificering biologische runderen en de gevolgen voor de omschakeling naar biologische productie
In de uitspraak van 28 augustus 2018 heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven geoordeeld over de weigering van de Stichting Skal om de runderen van de Maatschap [naam 1] te certificeren voor biologische productie. De zaak betreft een geschil over de naleving van de Europese regelgeving inzake biologische productie, specifiek de Verordening (EG) nr. 834/2007 en de Uitvoeringsverordening (EG) nr. 889/2008. De Maatschap had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de Stichting Skal, dat hen verbood om de melk van hun runderen als biologisch te verhandelen, omdat zij niet voldeden aan de eisen voor biologische productie. De Maatschap had in 2016 niet voldaan aan de voorwaarden voor biologische veehouderij, wat leidde tot de beslissing van de Stichting Skal om de certificering te weigeren. Tijdens de zitting op 12 juli 2018 werd het standpunt van de Maatschap dat zij aan de eisen voldeden, niet ondersteund door voldoende bewijs. Het College concludeerde dat de Maatschap niet had aangetoond dat zij voldeden aan de eisen van de Verordening, met name met betrekking tot de samenstelling van het voedselrantsoen van de runderen. Het College oordeelde dat de Stichting Skal in redelijkheid tot haar besluit had kunnen komen, en verklaarde het beroep van de Maatschap ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van naleving van de regelgeving voor biologische productie en de gevolgen van niet-naleving voor de certificering van biologische producten.