ECLI:NL:CBB:2018:452
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.R. Winter
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen maatregel in verband met bacterie Ralstonia solanacearum op rozenkwekerij
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 21 augustus 2018 uitspraak gedaan in een beroep van een rozenkwekerij tegen een maatregel die was opgelegd door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De maatregel was genomen naar aanleiding van de ontdekking van de bacterie Ralstonia solanacearum op het bedrijf van appellante. De appellante had bezwaar gemaakt tegen de maatregelen die waren opgelegd om de verspreiding van de bacterie te voorkomen. De minister had in eerdere besluiten maatregelen opgelegd en later opgeheven, maar de appellante was van mening dat de maatregelen onterecht waren en dat haar verzoek om een maatregel op grond van de Plantenziektenwet niet was ingewilligd.
Het College heeft vastgesteld dat er sprake was van een verdenking van besmetting met de bacterie en dat de minister terecht maatregelen had opgelegd op basis van de Plantenziektenwet en het Besluit bestrijding schadelijke organismen. De appellante had niet kunnen aantonen dat de opgelegde maatregelen onterecht waren, aangezien uit onderzoek was gebleken dat er geen bacterie was aangetroffen in de geleverde partij rozen. Het College oordeelde dat de minister niet verplicht was om een maatregel op te leggen op grond van de artikelen 3, 4, 5 en 6 van het Besluit bestrijding schadelijke organismen, omdat er geen verdenking meer was na de uitslag van het onderzoek.
De conclusie van het College was dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 21 augustus 2018.