ECLI:NL:CBB:2018:503
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake uitvoering tussenuitspraak College van Beroep voor het Bedrijfsleven
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 1 oktober 2018 een verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Het verzoekster, een maatschap, had het verzoek ingediend naar aanleiding van een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarbij eerdere besluiten tot ondertoezichtstelling en vernietiging van runderen op het bedrijf van verzoekster werden gehandhaafd. De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek niet gericht was op het voorkomen van onomkeerbare gevolgen van het bestreden besluit, maar enkel op de wijze waarop uitvoering moest worden gegeven aan een tussenuitspraak van 17 juli 2018. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen sprake was van onverwijlde spoed die een voorlopige voorziening vereiste, aangezien het verzoek niet de gevolgen van het bestreden besluit betrof, maar de uitvoering van de tussenuitspraak. De voorzieningenrechter benadrukte dat de einduitspraak in de bodemprocedure, waarin de wijze van uitvoering door verweerder zal worden beoordeeld, kan worden afgewacht. De voorzieningenrechter wees het verzoek af en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.