ECLI:NL:CBB:2019:465
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.A.M. van den Berk
- C.H.R. Mattheussens
- Rechtspraak.nl
Herziening van de bedrijfstoeslag 2012 en de beoordeling van perceelsbeheer
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 1 oktober 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Maatschap [naam 1], [naam 2] en [naam 3] en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de bedrijfstoeslag voor het jaar 2012. De appellante had eerder een bedrijfstoeslag aangevraagd, maar deze was vastgesteld op nihil. Na een eerdere uitspraak van het College op 3 april 2018, waarin het besluit van de minister om het bezwaar ongegrond te verklaren werd vernietigd, heeft de minister een nieuw besluit genomen. Dit nieuwe besluit kende de appellante een bedrag toe, maar de minister bleef bij zijn standpunt dat de percelen 17 tot en met 21 niet tot het bedrijf van appellante behoorden.
Appellante heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, waarbij zij aanvoerde dat zij de percelen correct had opgegeven en dat er misverstanden waren over de oppervlakte van perceel 8. Tijdens de zitting op 29 juli 2019 bleek echter dat er miscommunicatie was tussen appellante en haar gemachtigde, waardoor de beroepsgronden niet konden worden onderbouwd. Het College oordeelde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven tot herziening van de eerdere uitspraak.
Uiteindelijk heeft het College het beroep ongegrond verklaard, omdat appellante niet kon aantonen dat er nieuwe feiten waren die een herziening van de eerdere uitspraak rechtvaardigden. De proceskosten werden niet toegewezen, en de uitspraak werd openbaar gemaakt op 1 oktober 2019.