ECLI:NL:CBB:2020:178
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- T. Pavićević
- Rechtspraak.nl
Uitbetaling van betalingsrechten en teruggave financiële discipline in het kader van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 17 maart 2020, zijn vier zaken behandeld die betrekking hebben op de uitbetaling van betalingsrechten en de teruggave financiële discipline voor de jaren 2016 en 2017. Appellante, een vennootschap onder firma, had aanvragen ingediend voor uitbetaling van basis- en vergroeningsbetalingen op basis van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, als verweerder, had in eerdere besluiten de aanvragen gedeeltelijk afgewezen en de bezwaren van appellante deels gegrond verklaard. Appellante stelde dat zij door de handelwijze van verweerder inkomenssteun had misgelopen en dat de vaststelling van de teruggave financiële discipline niet correct was. Het College oordeelde dat verweerder terecht was uitgegaan van de laatst ingediende Gecombineerde opgaven van appellante en dat er geen sprake was van een kennelijke fout. Het beroep op het vertrouwensbeginsel werd afgewezen, omdat er geen concrete toezeggingen waren gedaan door de overheid. Het College concludeerde dat de verzoeken van appellante niet ontvankelijk waren voor zover deze betrekking hadden op eerdere besluiten, en dat de uitbetalingen voor de jaren 2016 en 2017 correct waren vastgesteld. Tevens werd ambtshalve vastgesteld dat de redelijke termijn voor de behandeling van het beroep was overschreden, wat leidde tot een schadevergoeding van € 500,- voor appellante. De proceskosten werden vastgesteld op € 1.312,50 en het griffierecht van € 338,- werd vergoed.