ECLI:NL:CBB:2020:28
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Pavićević
- S.M.M. Bolt-Hulsen
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vaststelling van subsidiabele hectares voor GLB-betalingen
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 14 januari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Firma [naam] V.O.F. en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De appellante, Firma [naam] V.O.F., had bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van het bedrag dat zij ontving aan basis- en vergroeningsbetalingen voor het jaar 2017. Het primaire besluit van 4 mei 2018 bepaalde dat appellante € 22.317,62 zou ontvangen, maar verweerder had slechts 47,85 van de 51,45 opgegeven hectares als subsidiabel aangemerkt. Dit leidde tot een geschil over de subsidiabiliteit van perceel 81, dat door verweerder was afgekeurd op basis van luchtfoto's, omdat het perceel als ruigte werd aangemerkt en niet als landbouwgrond.
Tijdens de zitting op 19 november 2019 heeft appellante betoogd dat de afgekeurde delen van perceel 81 en perceel 101 wel degelijk subsidiabel zijn, en dat een controle ter plaatse door verweerder noodzakelijk was om de werkelijke situatie vast te stellen. Het College heeft echter geoordeeld dat verweerder op basis van de luchtfoto's terecht had vastgesteld dat de afgekeurde delen niet als landbouwareaal konden worden aangemerkt. Het College heeft de argumenten van appellante niet overtuigend geacht en heeft geconcludeerd dat de beslissing van verweerder om de oppervlakte vast te stellen op basis van luchtfoto's juist was.
De uitspraak van het College is dat het beroep van appellante ongegrond is verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 14 januari 2020.