ECLI:NL:CBB:2020:304
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Fosfaatrechten en de knelgevallenregeling in de Meststoffenwet
Op 28 april 2020 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak tussen een melkveehouder en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de vaststelling van fosfaatrechten. De appellant, die een melkveehouderij exploiteert, had beroep ingesteld tegen het besluit van de minister waarin zijn fosfaatrecht was vastgesteld op basis van het aantal dieren dat hij op 2 juli 2015 hield. De appellant voerde aan dat hij door het fosfaatrechtenstelsel een buitensporige last draagt en dat niet gerealiseerde uitbreidingen van zijn bedrijf niet in aanmerking zijn genomen bij de vaststelling van zijn fosfaatrecht.
De minister had geweigerd om de knelgevallenregeling toe te passen, omdat de appellant niet had aangetoond dat hij door de verbouwing van zijn stal op 2 juli 2015 minder dieren hield. Het College oordeelde dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij een buitensporige last ondervond van het fosfaatrechtenstelsel. Het rapport dat de appellant had overgelegd, werd als onvoldoende overtuigend beschouwd.
Het College concludeerde dat het beroep ongegrond was, maar bepaalde wel dat het door de appellant betaalde griffierecht moest worden vergoed en dat de minister in de proceskosten van de appellant moest worden veroordeeld. De uitspraak werd gedaan door mr. R.C. Stam, met mr. Y.R. Boonstra-van Herwijnen als griffier.