Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 juni 2020 in de zaak tussen
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Inleiding
artikel 13, derde lid, van de Landbouwwet. Verweerder ziet geen aanleiding voor toepassing van de hardheidsclausule en eiseres is daarom in beroep gekomen.
Welke periode(s)?
De hardheidsclausule
“Telkens in het geval een rund dat ten minste eenmaal heeft gekalfd door de houder na 28 april 2017 in het I&R-systeem is afgemeld en binnen 4 maanden na die afmelding terugkeert in het I&R-systeem van die houder, past de minister, met ingang van de periode dat het rund door de houder in het I&R-systeem was afgemeld, voor die houder de artikelen 4, 6 en 9 voor de perioden 2 tot en met 5 opnieuw toe waarbij dat rund, voor zover van toepassing, alsnog meetelt bij het gemiddeld aantal runderen dat in de tweede maand van periode 2, onderscheidenlijk in de desbetreffende maanden van de perioden 3, 4 en 5, werd gehouden.”
“Onze Minister kan in door hem te bepalen gevallen of groepen van gevallen tot gehele of gedeeltelijke restitutie overgaan van hetgeen ingevolge het bepaalde krachtens het eerste lid is betaald en gehele of gedeeltelijke ontheffing verlenen van een krachtens het eerste lid opgelegde verplichting tot het betalen van een geldsom.”
Slotsom
Beslissing
9 juni 2020
.