ECLI:NL:CBB:2020:637
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het fosfaatrechtenstelsel en de knelgevallenregeling in het bestuursrecht
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 15 september 2020, zaaknummer 19/365, werd het beroep van appellante, een melkveehouderij, ongegrond verklaard. De zaak betreft de vaststelling van het fosfaatrecht door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op basis van de Meststoffenwet. Appellante had bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van haar fosfaatrecht, omdat zij stelde dat het fosfaatrechtenstelsel onvoldoende grondslag biedt en dat er sprake is van ongeoorloofde staatssteun. De wetgever heeft in de knelgevallenregeling echter besloten om niet gerealiseerde uitbreidingen niet mee te nemen in de vaststelling van het fosfaatrecht. Het College oordeelde dat de minister terecht geen rekening heeft gehouden met de niet gerealiseerde groei van appellante, aangezien deze niet voldoet aan de voorwaarden van de knelgevallenregeling. Bovendien heeft appellante niet aangetoond dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last op haar legt. De beroepsgrond van appellante faalde, en het College bevestigde dat de belangen van milieu en volksgezondheid zwaarder wegen dan de belangen van appellante. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor melkveehouders om te voldoen aan de regelgeving en de gevolgen van investeringen zonder de benodigde vergunningen.