ECLI:NL:CBB:2020:70
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Pavićević
- Rechtspraak.nl
Weigering uitbetaling GLB-betalingsrechten aan appellante wegens inschrijving in handelsregister
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 4 februari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Maatschap [naam 1] en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De appellante had een aanvraag ingediend voor uitbetaling van de betalingsrechten en de vergroeningsbetaling voor het jaar 2018, maar deze aanvraag werd door de minister afgewezen. De reden voor de afwijzing was dat appellante niet als actieve landbouwer kon worden aangemerkt, omdat zij op de peildatum van 15 mei 2018 niet met een landbouwactiviteit als hoofdactiviteit ingeschreven stond in het handelsregister. De appellante had op die datum een andere hoofdactiviteit, namelijk 'Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeder algemeen assortiment', wat niet als landbouwactiviteit werd erkend.
De appellante had op 9 april 2018 een Gecombineerde opgave ingediend, maar de minister stelde vast dat de inschrijving in het handelsregister niet voldeed aan de eisen van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB. De appellante had niet aangetoond dat haar landbouwactiviteiten een belangrijk deel van haar totale economische activiteiten uitmaakten, en de minister had ook geen aanleiding om van de regeling af te wijken. De appellante had weliswaar een wijziging in de inschrijving in het handelsregister doorgevoerd op 14 juni 2018, maar dit was niet relevant voor de beoordeling van de aanvraag voor het jaar 2018, aangezien de inschrijving op de peildatum bepalend was.
Het College concludeerde dat de minister terecht had besloten om de aanvraag af te wijzen en verklaarde het beroep van de appellante ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige en correcte inschrijving in het handelsregister voor landbouwers die aanspraak willen maken op GLB-betalingsrechten.