In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 14 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appellant, die een aanvraag voor een tegemoetkoming van € 4.000,- had ingediend op basis van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19, en de minister van Economische Zaken en Klimaat, die deze aanvraag had afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat de SBI-codes waaronder de appellant was ingeschreven in het handelsregister niet overeenkwamen met de codes die in de Beleidsregel waren opgenomen. De appellant stelde dat de bedrijfsomschrijving 'Frituurmanagement en service voor het filteren van frituurolie' aanknopingspunten bood voor aansluiting bij SBI-code 46.33.1 (Groothandel in zuivelproducten en spijsoliën en -vetten).
Het College oordeelde dat de verweerder zijn beleid niet op consistente wijze had toegepast. Het College volgde de appellant in zijn standpunt dat de term 'frituurmanagement' ook de levering van frituurolie omvatte en dat er dus wel degelijk aanknopingspunten waren voor de SBI-code 46.33.1. Het College vernietigde het bestreden besluit en droeg de verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens werd bepaald dat het door de appellant betaalde griffierecht diende te worden vergoed.
De uitspraak benadrukt het belang van een consistente toepassing van beleid door de overheid en de noodzaak om maatwerk te leveren in situaties waarin de standaardprocedures niet adequaat zijn.