ECLI:NL:CBB:2021:1097
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar wegens termijnoverschrijding in COVID-19 tegemoetkoming
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 december 2021 uitspraak gedaan in het beroep van een appellante tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar bezwaar door de minister van Economische Zaken en Klimaat. De appellante had een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming van € 4.000,- op basis van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19, welke aanvraag op 8 juli 2020 werd afgewezen. Het bezwaar tegen deze afwijzing werd door de minister op 23 oktober 2020 niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend.
Tijdens de zitting op 13 december 2021 heeft de appellante, vertegenwoordigd door R.J. Reinders, aangevoerd dat de stichting die de aanvraag indiende, werd bestuurd door vrijwilligers en dat door een bestuurswisseling en ziekenhuisopnames van de voorzitter het bezwaarschrift niet tijdig kon worden ingediend. Het College heeft echter geoordeeld dat de stichting nog een bevoegd bestuurslid had en dat er geen verschoonbare reden was voor de termijnoverschrijding. De omstandigheden die door de appellante zijn aangevoerd, zoals de zorgen om haar eigen bedrijf, werden niet als voldoende bijzonder beschouwd om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten.
Het College heeft het beroep ongegrond verklaard en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 21 december 2021, door mr. B. Bastein, in aanwezigheid van griffier mr. A.A. Dijk.