ECLI:NL:CBB:2021:119
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.W.C.M. van Emmerik
- N.C.H. Vrijsen
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen fosfaatrechtenvaststelling en knelgevallenregeling in de melkveehouderij
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 2 februari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een melkveehouder en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de vaststelling van fosfaatrechten. De melkveehouder, appellant, had bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van zijn fosfaatrecht op basis van de Meststoffenwet, waarin hij stelde dat zijn koeien na de verbouwing van zijn stal gezondheidsproblemen vertoonden door geo-biologische verstoring, wat leidde tot een lagere melkproductie. Het College oordeelde dat appellant onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn claims over de gezondheid van de koeien en de impact op de melkproductie. Het College concludeerde dat de fosfaatrechtenvaststelling niet in strijd was met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, en dat er geen sprake was van een individuele en buitensporige last voor appellant. De investeringen die appellant had gedaan, werden als niet navolgbaar beschouwd, gezien de omstandigheden rondom de afschaffing van het melkquotum en de verwachte maatregelen. Het beroep van appellant werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.