ECLI:NL:CBB:2021:337
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Schadevergoedingsuitspraak
- M. van Duuren
- M.A.A. Traousis
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen fosfaatrecht vaststelling en schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 23 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een melkveehouder en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de vaststelling van het fosfaatrecht. De appellant, een melkveehouder, had bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van zijn fosfaatrecht op basis van de Meststoffenwet, die door de minister was vastgesteld op 2.433 kg. De appellant stelde dat hij een individuele en buitensporige last ondervond door de toepassing van het fosfaatrechtenstelsel, vooral omdat hij zijn investeringen had gedaan in de verwachting dat hij voldoende fosfaatrechten zou krijgen voor zijn uitbreidingsplannen. Het College oordeelde dat de beslissingen van de appellant om te investeren niet navolgbaar waren, gezien de reeds voorziene productiebeperkende maatregelen in verband met de afschaffing van het melkquotum. Het College concludeerde dat de appellant zelf de risico's van zijn investeringsbeslissingen draagt en dat de belangen van het fosfaatrechtenstelsel, dat gericht is op milieubescherming, zwaarder wegen dan de belangen van de appellant. Daarnaast oordeelde het College dat de redelijke termijn voor de behandeling van het beroep was overschreden, waardoor de appellant recht had op een schadevergoeding van € 500,-. De uitspraak eindigde met de veroordeling van de Staat tot betaling van deze schadevergoeding en een proceskostenvergoeding van € 267,- aan de appellant.