ECLI:NL:CBB:2021:543
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het fosfaatrechtenstelsel in relatie tot individuele lasten voor melkveehouders
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 25 mei 2021, zaaknummer 20/185, werd het fosfaatrechtenstelsel beoordeeld in het licht van de Meststoffenwet (Msw) en het Eerste Protocol bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EP). Appellante, een vennootschap onder firma, had bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van haar fosfaatrecht door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De minister had in een eerder besluit het fosfaatrecht vastgesteld op 6540 kg, maar dit werd herzien naar 6580 kg na een gedeeltelijke gegrondverklaring van het bezwaar. Appellante stelde dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last op haar legde, vooral omdat zij investeringen had gedaan in de uitbreiding van haar bedrijf met de verwachting dat deze vóór de afschaffing van het melkquotum gerealiseerd zou zijn.
Het College oordeelde dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat het fosfaatrechtenstelsel een buitensporige last op haar legde. Het College wees erop dat de keuzes die appellante had gemaakt om haar bedrijf uit te breiden, risico's met zich meebrachten die voor haar rekening kwamen. De investeringen waren gedaan in een periode waarin de afschaffing van het melkquotum al voorzienbaar was, en het College concludeerde dat appellante had moeten anticiperen op de gevolgen van deze beleidswijzigingen. De argumenten van appellante, waaronder de impact van dierziekte op haar veestapel, werden niet als voldoende overtuigend beschouwd om haar standpunt te onderbouwen.
Uiteindelijk verklaarde het College het beroep ongegrond en bevestigde het de geldigheid van het fosfaatrechtenstelsel, waarbij de belangen van milieu en volksgezondheid zwaarder wogen dan de individuele belangen van appellante. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor melkveehouders om bij investeringsbeslissingen rekening te houden met toekomstige regelgeving en de risico's die daarmee gepaard gaan.