ECLI:NL:CBB:2021:633
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Fosfaatrechten en de vaststelling van melkveefosfaatreferentie in het kader van de Meststoffenwet
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 22 juni 2021, zaaknummer 19/352, staat de vaststelling van fosfaatrechten centraal. Appellante, een melkveehouderij, had bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van haar fosfaatrecht door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De minister had op 3 januari 2018 het fosfaatrecht vastgesteld op basis van de melkveefosfaatreferentie (mvfr) die op 2 juli 2015 gold. Appellante stelde dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last op haar legde, vooral omdat zij in 2013 had geïnvesteerd in de uitbreiding van haar bedrijf. Het College oordeelde dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat het fosfaatrechtenstelsel een buitensporige last opleverde. Het College wees erop dat de investeringsbeslissingen van appellante, gezien de afschaffing van het melkquotum en de daarmee samenhangende maatregelen, niet navolgbaar waren. De beslissing om de uitbreiding uit te stellen werd wel begrijpelijk geacht, maar leidde niet tot de conclusie dat de eerdere uitbreidingsbeslissing gerechtvaardigd was. Het College concludeerde dat de bescherming van het milieu en de volksgezondheid zwaarder woog dan de belangen van appellante, en verklaarde het beroep ongegrond.