Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 juli 2021 in de zaak tussen
[naam] B.V., te [plaats] , appellante
de minister van Economische Zaken en Klimaat, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
15 maart 2020 in het handelsregister stond ingeschreven, staat niet in Bijlage 1 van de Beleidsregel. Uit de bedrijfsomschrijving blijkt niet dat appellante werkzaamheden verricht met betrekking tot raamprostitutie, zodat niet tegemoet wordt gekomen aan het verzoek van appellante om uit te gaan van de SBI-code 96.09 (Overige dienstverlening (rest)). Verder heeft verweerder overwogen dat de bedrijfsomschrijving in het handelsregister niet overeenkomt met een andere SBI-code die wél in Bijlage 1 staat. Dat appellante haar registratie na 15 maart 2020 met terugwerkende kracht heeft gewijzigd, maakt dat niet anders. Tot slot is niet gebleken van zodanig bijzondere omstandigheden dat verweerder zou moeten afwijken van de Beleidsregel.
Standpunt appellante
Standpunt verweerder
Tot slot benadrukt verweerder dat de Beleidsregel moet worden aangemerkt als buitenwettelijk begunstigend beleid. Dit houdt in dat de aanwezigheid en toepassing van dat beleid in onderhavige procedure als een gegeven moet worden aanvaard. Daarmee ligt dus niet de vraag voor of het beleid al dan niet deugdelijk is.
Beoordeling door het College
Conclusie
Beslissing
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 20 juli 2021.