ECLI:NL:CBB:2021:849
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om schadevergoeding op grond van de Meststoffenwet
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 31 augustus 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om schadevergoeding van een maatschap tegen de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het verzoek om schadevergoeding was gebaseerd op artikel 8:90 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en volgde op een onrechtmatig besluit van de minister, waarbij het fosfaatrecht van de verzoekster was vastgesteld. De verzoekster stelde dat zij schade had geleden doordat zij haar melkveestapel had moeten aanpassen aan het toegewezen fosfaatrecht, wat resulteerde in een verlies van melkproductie en de noodzaak om jongvee af te voeren.
Het College oordeelde dat de verzoekster niet aannemelijk had gemaakt dat zij daadwerkelijk schade had geleden als gevolg van het onjuiste primaire besluit. De verzoekster had geen bewijs geleverd dat zij in 2018 meer melk had kunnen leveren of dat zij daadwerkelijk jongvee had moeten afvoeren. De berekening van de schade op basis van de leaseprijs van fosfaatrechten werd als hypothetisch beschouwd, aangezien de verzoekster in de periode na het primaire besluit geen fosfaatrechten had geleased. Het College concludeerde dat er geen causaal verband bestond tussen de gestelde schade en het onrechtmatige besluit van de minister.
Daarom werd het verzoek om schadevergoeding afgewezen en werd er geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak werd gedaan door mr. R.W.L. Koopmans, met mr. T. Kuiper als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 31 augustus 2021.