Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 14 september 2021 in de zaken tussen
[naam 1] h.o.d.n. Bloemsierkunst [naam 2] , te [plaats] , appellant
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Vraag 2 In welke lichamelijke toestand werden de dieren aangetroffen?
(…)
3. Het melkgevend rundvee:
a) Ik zag dat een groot deel van de runderen, 23 melkkoeien, lang doorgegroeide en
b) Ik zag meerdere koeien voorzichtig en pijnlijk lopen. (…) Ik zag enkele koeien met een tyloom en enkele koeien met een gezwollen kroonrand van de klauw. Dit zijn beiden symptomen van klauwinfecties en zijn pijnlijk.
Antwoord:
(…)
g) De kreupelheden (…) aan de klauwen ontstaan in de loop van enkele dagen tot weken.
(…)
(…)”
Verzorging van dieren
(…)”
(…) Ik zag dat de meetwaaier en de diafragmakleppen in meerdere afdelingen waren geblokkeerd c.q. vastgezet. In elke afdeling hangt een temperatuurvoeler. Ik zag dat de meeste temperatuurvoelers zeer vuil waren. Ik zag dat ze bedekt waren met vuil en stof. Ik voelde dat er een hoge relatieve vochtigheid was in de afdelingen. Ik voelde dat de het erg warm was in de afdelingen. Ik zag op het scherm van de klimaatcomputer dat temperaturen lagen tussen de 21,3 °C en de 27,2 °C. (…) Geen van deze afdelingen (afdelingennummers 3a tot en met 10a) had een temperatuur die in overeenstemming is met geadviseerde normen. (…) Later op de dag zijn eenvoudige klimaatmetingen gedaan (…) door NVWA inspecteurs [namen NVWA inspecteurs]. (…) Geen van de afdelingen had een temperatuur die overeenkwam met de geadviseerde staltemperatuur in het WUR rapport: Signaalindicatoren bij handhaving van open normen voor dierenwelzijn (…) of de richtlijnen klimaatinstellingen van het klimaatplatform Varkenshouderij 2014. (…) De temperaturen lagen in 23 van de 24 gemeten afdelingen, hoger dan geadviseerd. (…) De temperatuur van de afdelingen die te warm waren, was gemiddeld 3,4 °C te hoog.
Antwoord:
(…)
(…)
Antwoord:
(…)”
Antwoord:
(…)
Ik zag dat een varken dat mager was en was achtergebleven in de groei, tussen gezonde
Klimaat
(…)”
Klimaat
(…)”
- De verplichting alleen toegelaten identificatiemiddelen voor runderen te gebruiken, deze te verkrijgen zoals toegestaan en runderen binnen een bepaalde termijn te voorzien van identificatiemiddelen. En het verbod op het merken of hermerken van runderen, tenzij is voldaan aan specifieke voorschriften. En het verbod op het verwijderen, vernietigen, beschadigen of onleesbaar maken van oormerken bij runderen. Deze niet-naleving is geconstateerd tijdens de controle van 24 januari 2018. Verweerder heeft hiervoor een korting van 3% vastgesteld;
- De verplichting ten aanzien van runderen tot het centraal melden van mutaties aan het I&R gegevensbestand, het hebben van een bedrijfsregister, voorschriften wat er in het bedrijfsregister vermeld moet worden en termijnen die moeten worden aangehouden. Deze niet-naleving is geconstateerd tijdens de controle van 22 januari 2018. Verweerder heeft hiervoor een korting van 40% vastgesteld, omdat volgens hem sprake is van opzet;
- De verplichting dat de ligruimte van een stal comfortabel en zindelijk is, beschikt over een behoorlijke afvoer en niet schadelijk is voor de kalveren. Deze niet-naleving is geconstateerd tijdens de controle van 6 september 2018. Verweerder heeft hiervoor een korting van 3% vastgesteld;
- De verplichting dieren die ziek of gewond lijken onmiddellijk op passende wijze te verzorgen of een dierenarts te raadplegen. Deze niet-naleving is geconstateerd tijdens de controle van 6 september 2018. Verweerder heeft hiervoor een korting van 5% vastgesteld;
- De verplichting een dier voldoende, gezond en geschikt voer te geven. Deze niet-naleving is geconstateerd tijdens de controle van 6 september 2018. Verweerder heeft hiervoor een korting van 3% vastgesteld;
- De verplichting een ziek of gewond dier zo nodig af te zonderen in een passend onderkomen. Deze niet-naleving is geconstateerd tijdens de controle van 6 september 2018. Verweerder heeft hiervoor een korting van 3% vastgesteld;
- De verplichting behuizingen en inrichtingen voor de beschutting van een dier zo te ontwerpen, maken en onderhouden dat het dier zich niet kan verwonden. Deze niet-naleving is geconstateerd tijdens de controle van 6 september 2018. Verweerder heeft hiervoor een korting van 3% vastgesteld;
- Het verbod op een luchtcirculatie, stofgehalte van de lucht, temperatuur, relatieve luchtvochtigheid en gasconcentraties in de omgeving van het dier die schadelijk zijn voor het dier. Verweerder heeft voor deze niet-naleving een korting van 9% vastgesteld, omdat de niet-naleving op 23 oktober 2018 een herhaling is van de niet-naleving op 6 september 2018.
- De verplichting een dier voldoende schoon water te geven of anderszins aan zijn behoefte aan water te voldoen. Deze niet-naleving is geconstateerd tijdens de controle van 6 september 2018. Verweerder heeft hiervoor een korting van 3% vastgesteld;
- De verplichting een register bij te houden van alle medische zorg en het aantal sterfgevallen en het register ten minste drie jaar te bewaren. Deze niet-naleving is geconstateerd tijdens de controle van 6 september 2018. Verweerder heeft hiervoor een korting van 3% vastgesteld;
- Het verbod een of meer lichamelijke ingrepen bij een dier te verrichten, tenzij dit onder voorwaarden is toegestaan. Deze niet-naleving is geconstateerd tijdens de controle van 6 september 2018. Verweerder heeft hiervoor een korting van 3% vastgesteld.
17 maart 2020, een randvoorwaardenkorting van 15% op alle door appellant aangevraagde GLB-subsidies voor het jaar 2019 vastgesteld. Verweerder heeft hieraan ten grondslag gelegd de tijdens de controle van de NWVA op 21 januari 2019 geconstateerde niet-naleving van de voorwaarde (het verbod) dat de luchtcirculatie, het stofgehalte in de lucht, de temperatuur, de relatieve luchtvochtigheid en gasconcentraties in de omgeving niet schadelijk mag zijn voor dieren. Verweerder heeft de korting op 15% vastgesteld, nu sprake is van een herhaling omdat tijdens de controles van 6 september 2018 en 23 oktober 2018 ook is geconstateerd dat appellant deze randvoorwaarde niet heeft nageleefd.
7.6 Appellant kan zich verder niet vinden in de hoogte van de door verweerder vastgestelde randvoorwaardenkorting van 5%. Volgens appellant was een waarschuwing meer op zijn plaats.
rapport ‘Signaalindicatoren bij handhaving van “Open Normen” voor dierenwelzijn’ (WUR-rapport).
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit I niet-ontvankelijk;
- verklaart de beroepen tegen het vervangingsbesluit en het bestreden besluit II gegrond;
- vernietigt het vervangingsbesluit en het bestreden besluit II;
- herroept het primaire besluit I en stelt de randvoorwaardenkorting voor appellant vast op 5% op alle subsidies van het GLB die hij in 2018 heeft aangevraagd;
- herroept het primaire besluit II;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde vervangingsbesluit en het vernietigde bestreden besluit II;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 356,- (€ 178,- + € 178,-) aan appellant te vergoeden;
deze uitspraak te ondertekenen. deze uitspraak te ondertekenen.