ECLI:NL:CBB:2022:341
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Intrekking van taxivergunning en lijnbusbaanontheffing wegens ernstige verkeersovertredingen en opgelegde educatieve maatregel
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 24 juni 2022 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van een taxichauffeur wiens taxivergunning en lijnbusbaanontheffing door de gemeente Amsterdam zijn ingetrokken. De intrekking volgde op een melding van de politie over ernstig gevaarzettend en asociaal rijgedrag van de verzoeker, die op 28 februari 2022 was gedaan. De verzoeker, die voornamelijk in Amsterdam werkzaam is, heeft bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit van 20 april 2022, waarin de vergunningen zijn ingetrokken. De voorzieningenrechter heeft op 16 juni 2022 de zaak behandeld, waarbij de verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de gemeente.
De voorzieningenrechter overwoog dat de intrekking van de taxivergunning ingrijpende gevolgen heeft voor de verzoeker, die afhankelijk is van zijn inkomen als taxichauffeur. De rechter erkende het spoedeisend belang van de verzoeker, maar benadrukte dat de intrekking van de vergunningen voortvloeide uit de ernst van de verkeersovertredingen, die door de politie waren vastgesteld. De verzoeker had onder andere geen voorrang gegeven aan voetgangers, met hoge snelheid gereden en verkeerslichten genegeerd. Daarnaast was hij aangemeld voor een educatieve maatregel gedrag (EMG).
De voorzieningenrechter concludeerde dat de regelgeving weinig ruimte biedt voor een belangenafweging, aangezien de taxivergunning van rechtswege vervalt bij intrekking van de lijnbusbaanontheffing. Ondanks de financiële gevolgen voor de verzoeker, die ook zorg draagt voor twee jonge kinderen, werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De rechter oordeelde dat de ernst van de overtredingen en de opgelegde EMG zwaarder wogen dan de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en de proceskostenveroordeling werd afgewezen.