ECLI:NL:CBB:2023:178
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Pavićević
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van basis- en vergroeningsbetalingen GLB door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
In deze zaak heeft de maatschap [naam 1] en [naam 2] beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarbij de uitbetaling van de basis- en vergroeningsbetaling voor het jaar 2020 is herberekend en verlaagd. De minister heeft na controle vastgesteld dat twee percelen met Japanse haver niet als ecologisch aandachtsgebied konden worden aangemerkt, omdat niet voldaan was aan de voorwaarde van het inzaaien van een combinatie van twee soorten vanggewassen. De maatschap stelde dat zij het juiste zaaizaad had gebruikt en dat de minister ten onrechte de percelen niet als ecologisch aandachtsgebied had aangemerkt. De minister had echter terecht vastgesteld dat de maatschap niet voldeed aan de vergroeningseis, aangezien alleen Japanse haver was gezaaid en niet aan de voorwaarden voor een mengsel van vanggewassen was voldaan. De minister heeft de verlaagde uitbetaling en terugvordering van onverschuldigde betalingen gerechtvaardigd op basis van de geldende regelgeving. De rechtbank heeft het beroep van de maatschap ongegrond verklaard, waarbij de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de maatschap om te voldoen aan de voorwaarden voor de uitbetaling van de vergroeningsbetaling en de verplichting van de minister om onrechtmatig betaalde subsidies terug te vorderen.