Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 16 mei 2023 op het hoger beroep van:
[naam 1] RA te [plaats] ( [naam 1] ),
(gemachtigden: mr. H.E. Van Berckel-Dekker en mr. I.W.M. Bom)
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
asset sale and purchase agreement’overgedragen aan een nieuw opgerichte Nederlandse tak van [naam 4] , die de activiteiten van [naam 3] heeft voortgezet.
Informatieverschaffing over gebeurtenissen na balansdatum’ de volgende passage opgenomen:
.’
ons jaarverslag (bestuursverslag en jaarrekening) juist is en geen aanpassing behoeft.’ [naam 1] heeft dit standpunt overgenomen.
Uitspraak van de accountantskamer
indemnification’ is in het jaarverslag ten onrechte niets vermeld.
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
Gebeurtenissen na de einddatum van de verslagperiode’) niet voldoende in acht heeft genomen.
asset sale and purchase agreement’van 31 december 2018 vormt de juridische basis voor de transactie tussen [naam 3] en [naam 4] . Uit deze overeenkomst blijkt zonder meer dat sprake is van een activa- en passivatransactie en wat de omvang is van deze transactie. Hieruit blijkt dat alle activa (met uitzondering van de kunstcollectie, waarvan is gebleken dat de waarde beneden de controlematerialiteit lag) en passiva door [naam 3] worden overgedragen aan [naam 4] . Er zijn geen uitzonderingen gemaakt voor passiva. De ‘
asset sale and purchase agreement’is consistent met het bestuursverslag en de jaarrekening van [naam 3] . In de toelichting op het jaarverslag en het bestuursverslag is bovendien melding gemaakt van de activa- en passivatransactie. Naar het oordeel van het College is er geen sprake van niet goed verenigbare informatie die nader onderzocht had moeten worden door [naam 1] . De accountantskamer heeft haar oordeel gebaseerd op de in het verweerschrift in eerste aanleg door [naam 1] gegeven informatie dat het bestuur van [naam 3] de overgang van de onderneming (van [naam 3] naar [naam 4] ) als een “omzetting” zag. Dat was echter een intern bij [naam 3] gebruikte term die niets toe- of afdeed aan de informatie in de jaarrekening.
Gebeurtenissen na de einddatum van de verslagperiode’) gehandeld.
De verantwoordelijkheden van de accountant met betrekking tot andere informatie.’). Met zijn derde hogerberoepsgrond richt [naam 1] zich tegen het oordeel van de accountantskamer dat hij geen toepassing heeft gegeven aan artikel 9 van de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA) door bij het bestuur van [naam 4] niet aan te dringen op wijzigingen in het bestuursverslag ten aanzien van de toekomst van [naam 3] . Het College zal de tweede en de derde hoger beroepsgrond gezamenlijk bespreken.
De verantwoordelijkheden van de accountant met betrekking tot andere informatie.’). Dit betekent dat voor [naam 1] geen noodzaak bestond om bij het bestuur van [naam 4] aan te dringen op wijzigingen in het bestuursverslag ten aanzien van de toekomst van [naam 3] .
Beslissing
- verklaart het hoger beroep van [naam 1] gegrond;
- vernietigt de bestreden tuchtuitspraak, voor zover in hoger beroep aan de orde;
- verklaart de klacht ongegrond.