ECLI:NL:CBB:2023:357
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen administratieve sanctie en vaststelling van subsidiabele oppervlakte in het kader van GLB-betalingen
In deze zaak heeft de veehandel beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit inzake de uitbetaling van betalingsrechten voor het jaar 2021. De minister had op 16 december 2021 de aanvraag van de veehandel voor basis- en vergroeningsbetalingen afgewezen, omdat de opgegeven oppervlakte van 38,62 hectare te groot was. De minister heeft de oppervlakte vastgesteld op 37,48 hectare, waarbij hij een administratieve sanctie heeft opgelegd vanwege overdeclaratie. De veehandel betwistte de vaststelling van de oppervlakte en de opgelegde sanctie, en voerde aan dat hij niet op de hoogte was van een eerdere sanctie (de 'gele kaart'). De zitting vond plaats op 2 juni 2023, waar de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren. De rechtbank oordeelde dat de minister de oppervlakte terecht had vastgesteld en dat de veehandel verantwoordelijk was voor een correcte opgave van de percelen. De beroepsgrond van de veehandel werd verworpen, en het beroep werd ongegrond verklaard. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.