Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 september 2023 in de zaak tussen
de minister van Economische Zaken en Klimaat
Procesverloop
Overwegingen
Inleiding
College van Beroep voor het bedrijfsleven
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 12 september 2023 uitspraak gedaan over de afwijzing van een subsidieaanvraag op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL). De aanvraag was door de onderneming te laat ingediend, wat leidde tot een pro-forma-aanvraag en uiteindelijk afwijzing door de minister van Economische Zaken en Klimaat. De onderneming stelde dat zij door persoonlijke omstandigheden en een internetstoring niet tijdig had kunnen indienen, maar de minister kon niet bevestigen dat er een storing had plaatsgevonden. De aanvraag was pas op 1 november 2021 ontvangen, terwijl de deadline op 29 oktober 2021 lag. De minister verklaarde het bezwaar van de onderneming ongegrond, wat leidde tot beroep bij het College.
Tijdens de zitting op 13 juli 2023 werd het standpunt van de onderneming toegelicht, waarbij werd benadrukt dat de TVL-subsidie van groot belang was voor de onderneming. De minister hield echter vast aan zijn standpunt dat de aanvraag niet tijdig was ingediend en dat de onderneming niet had aangetoond dat er sprake was van een internetstoring. Het College oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag niet in strijd was met het evenredigheidsbeginsel, aangezien de onderneming niet had voldaan aan de vereisten van tijdige indiening. De conclusie was dat het beroep ongegrond was en dat de minister geen proceskosten hoefde te vergoeden.